O E F E N T O E T S B O T T E N E N S P I E R E N
Meerkeuzevragen om te oefenen.
Niveau: 1 vmbo tl / havo / vwo - 3 mavo (vmbo tl)
het bekken
Klik voor het juiste antwoord in één van de hokjes. Er zijn 30 vragen; je kunt 30 punten halen.
Als je achteraf de antwoorden per vraag wilt checken, is het handig ze ook ergens op te schrijven.
Ook heb je van je docent een wachtwoord nodig.
1
In de afbeelding hiernaast zie je een kunstheup.
Is er een gewricht op deze afbeelding te zien?
Zo ja, om welke type gewricht gaat het?
Nee, er is geen gewricht op de afbeelding te zien.
Ja, om een kogelgewricht.
Ja, om een scharniergewricht.
Ja, om een rolgewricht.
2
Rens houdt een spreekbeurt over het skelet. Tijdens zijn verhaal vertelt hij over functies van het skelet het volgende:
(1) Het skelet geeft stevigheid aan het lichaam.
(2) Door het skelet worden tere organen beschermd.
(3) Het skelet kan samen met spieren beweging mogelijk maken.
(4) De vorm van het lichaam wordt onder andere door het skelet bepaald.
(5) Aan het skelet zitten spieren vast.
Welke functies, die Rens vertelt, zijn juist?
Alleen (1), (2) en (3).
Alleen (1), (4) en (5).
De beschreven functies (1), (2), (3) en (4)
Alle beschreven functies die Rens vertelt, zijn juist.
3
Maaike zegt dat fontanellen uit botweefsel bestaat.
Stef zegt dat tussenwervelschijven uit kraakbeenweefsel bestaan.
Wie heeft of wie hebben gelijk?
Alleen Maaike heeft gelijk.
Alleen Stef heeft gelijk.
Maaike en Stef hebben allebei gelijk.
Maaike en Stef hebben geen van beiden gelijk.
4
Met botten kun je verschillende proeven doen. Je kunt ze bijvoorbeeld een paar dagen in zoutzuur leggen, zie de afbeelding hiernaast. Wanneer je de botten opnieuw onderzoekt, zul je iets vreemds ontdekken. de samenstelling is namelijk veranderd.
Wat is er in de samenstelling veranderd?
De botten zijn opgelost in het zoutzuur. Daardoor zijn ze niet meer zichtbaar.
De samenstelling van het bot verandert zo dat de lijmstof verdwijnt en dat er kalkzouten overblijven. Daardoor zijn ze erg breekbaar.
De samenstelling van het bot verandert zo dat de lijmstof overblijft en dat er kalkstoffen verdwijnen. Daardoor zijn ze erg buigzaam.
Het kraakbeenweefsel is vervangen door botweefsel. Daardoor zijn ze heel hard geworden.
5
Erg jonge kinderen breken niet snel hun botten. Dat heeft te maken met de samenstelling van hun botweefsel. Toch verandert deze samenstelling gedurende hun leven.
Hoe verandert de samenstelling van de botten tijdens het ouder worden?
Er verandert een beetje botweefsel in kraakbeenweefsel.
Er verandert een beetje kraakbeenweefsel in botweefsel.
Veel van het botweefsel verandert in kraakbeenweefsel.
V
eel van het kraakbeenweefsel verandert in botweefsel.
6
In de afbeelding hiernaast zie je een deel van het bekken.
Welk bot of welke botten houdt de bekkenbeenderen bijeen?
Het heiligbeen.
Twee heupbeenderen.
De lendenwervels.
Het stuitje.
7
Hiernaast zie je de schedel van een varken. Schedels bestaan uit verschillende beenplaten die aan elkaar vast zitten. De onderkaak beweegt met een soort verbinding ten opzichte van de rest van de schedel.
Welk soort verbinding of welke soorten verbindingen kom je bij de schedel van een varken tegen?
Alleen maar naadverbindingen.
Alleen maar vergroeiingen.
Alleen maar kraakbeenverbindingen.
Naadverbindingen en gewrichten.
8
Botten kunnen op verschillende manieren met elkaar verbonden zijn. Hieronder staan ze genoemd:
(
1) door middel van een naadverbinding
(2) door middel van een vergroeiing
(3) door middel van gewrichten
(4) door middel van kraakbeen
Welke verbinding laat de meeste beweging toe?
En welke verbinding de minste?
De meeste beweging bij (3), de minste bij (1).
De meeste beweging bij (3), de minste bij (1) en (2).
De meeste beweging bij (4), de minste bij (2).
De meeste beweging bij (4), de minste bij (2 en (4).
9
Welke combinatie van botten vormen met elkaar geen gewricht?
Een borstwervel en rib.
De ellepijp en het spaakbeen.
Het heupbeen en een dijbeen.
Het kuitbeen en het scheenbeen.
10
Antagonisten zijn spieren die in paren werken.
Welke spier is de antagonist van de buigspier in de linkerarm?
De strekspier in de linkerarm.
De buigspier in de rechterarm.
De strekspier in de rechterarm.
De buigspier in de linkerarm.
11
Gewrichten van de bovenste en onderste ledematen worden vaak met elkaar vergeleken. Voor wat betreft hun bouw zijn ze bijna gelijk aan elkaar. Er zijn kleine verschillen.
Welk type gewricht komt wel in de onderarm voor maar niet in het onderbeen van een mens?
Een kogelgewricht.
Een rolgewricht.
Een scharniergewricht.
Geen van de genoemde gewrichten.
12
Peter zegt dat er in gewrichten van volwassen mensen kraakbeen voorkomt.
Anke beweert dat de meniscus uit kraakbeen bestaat.
Wie heeft of wie hebben er gelijk?
Alleen Peter heeft gelijk.
Alleen Anke heeft gelijk.
Peter en Anke hebben allebei gelijk.
Peter en Anke hebben geen van beiden gelijk.
13
In de afbeelding hiernaast zie je een deel van de wervelkolom. Deze bestaat onder andere uit wervel en tussenwervelschijven.
Tussenwervelschijven hebben de functie om schokken op te vangen.
Uit welke stof bestaat een een tussenwervelschijf?
Kun je tussen alle wervels van de wervelkolom tussenwervelschijven aantreffen of niet?
Een tussenwervelschijf bestaat uit gewrichtssmeer; tussenwervelschijven kom je tussen alle wervels tegen.
Een tussenwervelschijf bestaat uit kraakbeen; tussenwervelschijven kom je tussen alle wervels tegen.
Een tussenwervelschijf bestaat uit gewrichtssmeer; tussenwervelschijven kom je niet tussen alle wervels tegen.
Een tussenwervelschijf bestaat uit kraakbeen; tussenwervelschijven kom je niet tussen alle wervels tegen.
14
In de afbeelding hiernaast zie je een hondenpoot.
Dit is een typisch voorbeeld van ...
... een hoefganger.
... een teenganger.
... een topganger.
... een zoolganger.
15
De afbeelding hiernaast laat een deel van het hoofd zien. Door kleuren te gebruiken, worden delen en weefsels beter zichtbaar.
Komen er in de afbeelding delen voor die uit beenweefsel bestaan?
En komen er delen voor die uit kraakbeen bestaan?
Alleen delen die uit beenweefsel bestaan.
Alleen delen die uit kraakbeen bestaan.
Zowel delen die uit beenweefsel bestaan als delen die uit kraakbeen bestaan.
Er komt geen beenweefsel in de afbeelding voor en ook geen kraakbeenweefsel.
16
Een bejaarde man glijdt uit en breekt zijn heup.
Dit heeft voornamelijk te maken met het feit dat ...
... botten veel kalkzouten en weinig lijmstof bevatten.
... botten veel lijmstof en weinig kalkzouten bevatten
... kraakbeen veel kalkzouten en weinig lijmstof bevatten.
... kraakbeen veel lijmstof en weinig kalkzouten bevatten.
17
Hoe wordt de armbuigspier in het Latijn genoemd?
Wordt
deze spier bij het buigen van een arm korter of langer?
De biceps; deze spier wordt korter.
De biceps; deze spier wordt langer.
De triceps; deze spier wordt korter.
De triceps; deze spier wordt langer.
18
In de afbeelding zie je de bouw van een spier. Met cijfers zijn enkele delen aangegeven.
Met welk cijfer wordt een spierbundel aangegeven?
Met cijfer 1.
Met cijfer 2.
Met cijfer 3.
Met cijfer 4.
19
In de afbeelding hiernaast zie je de kop en een stuk mergholte van een pijpbeen. Pijpbeenderen zijn belangrijke plaatsen waar het lichaam bloedcellen vormt of reservestoffen opslaat. Welke bewering over de aanmaak en opslag in pijpbeenderen is juist?
In de kop worden rode bloedcellen gemaakt, in de mergholte worden vetten opgeslagen.
In de kop worden rode bloedcellen opgeslagen, in de mergholte worden vetten gemaakt.
In de kop worden vetten gemaakt, in de mergholte worden rode bloedcellen opgeslagen.
in de kop worden vetten opgeslagen, in de mergholte worden rode bloedcellen gemaakt.
20
In de afbeelding hiernaast zie je drie wervels afgebeeld.
In welke volgorde kom je deze wervels in de wervelkolom van een mens tegen, van boven naar beneden?
(1) - (2) - (3)
(1) - (3) - (2)
(2) - (1) - (3)
(2) - (3) - (1)
21
In de afbeelding hiernaast is een botbreuk te zien. Voor de genezing wordt het verstevigd met een metalen plaat met pinnen. De röntgenfoto is gemaakt van een been.
Wat is de naam van het bot dat nog in tact is?
De ellepijp.
Het kuitbeen.
Het scheenbeen.
Het spaakbeen.
22
Om zo sierlijk mogelijke bewegingen te maken, raakt het gewrichtskapsel van de heupen bij balletdansers wel eens beschadigd. Het wordt dan tijdelijk te veel opgerekt en er treedt een zwelling op. Het gewricht doet pijn en kan niet goed meer bewogen worden. In de afbeelding hiernaast zijn de kapselbanden van het linkerheupgewricht te zien.
Hoe wordt een dergelijke beschadiging ook wel genoemd?
Een
hernia
.
Een kneuzing.
Een
ontwrichting
.
Een
verstuiking.
23
Wat is er aan de hand bij een voetbalknie?
Is de oorzaak van een voetbalknie te zien op röntgenfoto's?
De gewrichtsbanden zijn teveel opgerekt. Nee, dit is niet te zien op foto's.
De kniebanden zijn gescheurd of ontstoken. Nee, dit is niet te zien op foto's.
De knieschijf is gebroken. Ja, dit is te zien op foto's.
De meniscus is gescheurd. Nee, dit is niet te zien op foto's.
24
Het skelet van een kikker (zie afbeelding hiernaast) lijkt voor een groot deel op dat van de mens. Veel botten en gewrichten zijn hetzelfde van vorm en bewegen ook op dezelfde manier. In de afbeelding zijn vier delen met cijfers aangegeven.
Welk cijfer geeft een gewricht aan dat de meeste beweeglijkheid heeft?
Cijfer 1.
Cijfer 2.
Cijfer 3.
Cijfer 4.
25
Lees de opsomming die hieronder staat:
(1) Een slechte sportuitrusting (slecht materiaal of slechte schoenen) ;
(2) Een gebrek aan conditie ;
(3) Overbelasting van spieren ;
(4) (Over)vermoeidheid ;
(5) Een onvoldoende warming-up ;
(6) Het niet beheersen van de techniek ;
(7) Slechte weersomstandigheden.
Welke zaken kunnen een oorzaak zijn van sportblessures?
(1), (2) en (3).
(3), (5) en (7).
(4), (5) en (6).
Alle 7 kunnen een oorzaak van sportblessures.
26
Michel doet de volgende drie uitspraken:
(1) Het gewrichtskapsel maakt gewrichtssmeer.
(2) Gewrichtssmeer laat de botten soepel bewegen.
(3) De kapselbanden van een gewricht worden samen ook wel het gewrichtskapsel genoemd.
Welke uitspraak is of welke uitspraken van Michel zijn juist?
Alleen uitspraak (1) is juist.
Alleen uitspraak (2) is juist.
Alleen uitspraken (1) en (2) zijn juist.
Alle drie de uitspraken van Michel zijn juist.
27
In de afbeelding hiernaast zijn enkele delen in en om een wervel met cijfers aangegeven.
Met welk cijfer wordt het ruggenmerg aangegeven?
Met cijfer 1.
Met cijfer 2.
Met cijfer 3.
Met cijfer 4.
28
Enkele lichaamsdelen waar de kans op blessures meer dan 5% is, zijn: de knieën, de enkels, de armen, de kuitspieren, de schouders, de borstkas en het hoofd.
Welke lichaamsdelen zijn het meest blessuregevoelig bij tennissen?
En bij voetballen?
De ellebogen bij tennissen, de enkels bij voetbal.
De schouders bij tennissen, de knieën bij voetbal.
De enkels bij zowel tennissen als bij voetbal.
De knieën bij zowel tennissen als bij voetbal.
29
Been en kraakbeen bestaan uit verschillende weefsels. Deze weefsels kunnen enorm stevigheid en/of elastisch zijn.
Welke bewering over de stevigheid van deze weefsels is juist?
Alleen bij beenweefsel is de stevigheid te danken aan de lijmstof.
Alleen bij beenweefsel zijn er kalkstoffen aanwezig die stevigheid geven.
Alleen bij kraakbeen is de stevigheid te danken aan de lijmstof die er in zit.
In beide weefsels komt tussencelstof voor.
30
Voor de ademhaling is het nodig dat de borstkas kan bewegen.
Op welke manier wordt beweging van de borstkas mogelijk gemaakt?
Door middel van gewrichten.
Door middel van kraakbeen dat buigzaam is.
Door middel van spieren.
Door middel van zowel gewrichten als kraakbeen en spieren.
Je hebt
punten gehaald.
Wat ik ervan vind:
|
Begin pagina
|
Antwoorden
|