O E F E N T O E T S      D E    M E N S    E N    Z I J N    M I L I E U
 
Meerkeuzevragen om te oefenen.
Niveau: 2 vmbo tl / havo / vwo - 4 mavo (vmbo tl)
plastic en glas

Klik voor het juiste antwoord in één van de hokjes. Er zijn 20 vragen; je kunt 20 punten halen.
Als je achteraf de antwoorden per vraag wilt checken, is het handig ze ook ergens op te schrijven.
Ook heb je van je docent een wachtwoord nodig.

1
De afbeelding hiernaast is een beetje typisch voor de mens en zijn milieu. Over de afbeelding worden twee uitspraken gedaan:
 
(1)  De energie die m.b.v. de hoogspanningsdraden getransporteerd wordt, wordt geleverd door het milieu.
(2)  De hoogspanningsmasten zijn milieuvervuilend; deze vorm van vervuiling wordt horizonvervuiling genoemd.
 
Welke uitspraak is of welke uitspraken zijn juist?
 
  Geen van beide uitspraken is juist
  Alleen (1) is juist.
  Alleen (2) is juist.
  Allebei de uitspraken zijn juist.
 
 
 
2
De overheid onderzoekt voortdurend op welke wegen er met welke snelheid gereden kan worden. Enerzijds heeft dit te maken met de geluidsoverlast in bewoonde gebieden, anderzijds moet de snelheid een positieve bijdrage aan het milieu opleveren. Ook is er een streven om jaarlijks minder ongelukken in het verkeer te krijgen.
 
Welke van hieronder beschreven effecten voor het milieu probeert de overheid te bewerkstelligen?
 
  Dat er dan minder gebruik gemaakt wordt van het openbaar vervoer.
  Dat er dan minder horizonvervuiling optreedt.
  Dat er dan minder opeenhoping van zware metalen in het milieu plaatsvindt.
  Dat er dan minder uitstoot van gassen is.
 
 
 
3
Als oorzaken en gevolgen van milieuverontreiniging worden genoemd:
 
(1)  de bio-industrie ;
(2)  zure regen ;
(3)  uitspoeling van minerale zouten ;
(4)  het uitsterven van plantensoorten ;
(5)  het verkeer ;
(6)  de bevolkingsgroei ;
(7)  de groei van de chemische industrie ;
(8)  mestoverschotten.
 
Welke zijn de oorzaken van milieuverontreiniging?
En welke de gevolgen?
 
  Oorzaken: (1) - (2) - (7) - (8)    gevolgen: (3) - (4) - (5)
  Oorzaken: (3) - (4) - (6) - (8)    gevolgen: (1) - (2) - (7)
  Oorzaken: (1) - (5) - (6) - (7)    gevolgen: (2) - (4) - (8)
  Oorzaken: (5) - (6) - (7) - (8)    gevolgen: (2) - (3) - (4)
 
 
 
4
Over het ontstaan van zure regen wordt het volgende gezegd:
 
(1)  Koolstofdioxide en waterdamp zijn stoffen die zure regen veroorzaken.
(2)  De landbouw, het verkeer en de industrie zijn de belangrijkste veroorzakers van zure regen.
(3)  Door verzuring kunnen metalen in het grondwater oplossen dat weer schadelijk is voor de wortelharen.
(4)  Dieren hebben geen last van de verzuring van het water.
 
Welke beweringen zijn juist?
 
  Alleen (1) en (2) zijn juist.
  Alleen (2) en (3) zijn juist.
  Alleen (3) en (4) zijn juist.
  De beweringen (2), (3) en (4) zijn juist.
 
 
 
5
Bij het waterzuiveringsproces wordt gebruik gemaakt van voorbezinktanks en beluchtingstanks (zie afbeeldingen).
 
Welke gebeurtenissen en processen vinden hier plaats?
 
  In de voorbezinktanks wordt het grove vuil gefilterd van de rest, in de beluchtingstanks breken reducenten organische stoffen af.
  In de voorbezinktanks wordt het grove vuil gefilterd van de rest, in de beluchtingstanks breken reducenten anorganische stoffen af.
  In de voorbezinktanks zakt het afval naar de bodem, in de beluchtingstanks breken reducenten organische stoffen af.
  In de voorbezinktanks zakt het afval naar de bodem, in de beluchtingstanks breken reducenten anorganische stoffen af.
 
 
 
6
In oppervlaktewateren is het belangrijk dat er een zekere mate van zelfreinigend vermogen is. Hierbij spelen reducenten een grote rol. 
 
Wat is de rol van de reducenten bij het zelfreinigend vermogen van het water?
En wat is een voorbeeld van een oppervlaktewater?
 
  Reducenten zetten organische stoffen om in andere organische stoffen. Een voorbeeld van een oppervlaktewater is een rivier.
  Reducenten zetten organische stoffen om in anorganische stoffen. Een voorbeeld van een oppervlaktewater is een meer.
  Reducenten zetten anorganische stoffen om in andere anorganische stoffen. Een voorbeeld van een oppervlaktewater is een kanaal.
  Reducenten zetten anorganische stoffen om in organische stoffen. Een voorbeeld van een oppervlaktewater is een sloot.
 
 
 
7
In de landbouw is er een onderscheid te maken tussen akkerbouw en veeteelt. Over deze twee vormen wordt een aantal uitspraken gedaan.
 
(1)  Monoculturen hebben het voordeel dat gewassen op een goedkope manier verbouwd kunnen worden.
(2)  Een nadeel van de bio-industrie is dat veel dieren om een veel te kleine ruimte moeten leven.
(3)  Glastuinbouw heeft als voordeel dat groente en fruit gedurende het hele jaar beschikbaar is.
(4)  De biologische landbouw heeft als nadeel dat het erg belastend is het milieu omdat het meer energie kost.
 
Welk uitspraak is niet juist?
 
  Uitspraak 1.
  Uitspraak 2.
  Uitspraak 3.
  Uitspraak 4.
 
 
 
8
Fosfaten komen, samen met nitraten, in kunstmest voor. Wanneer deze fosfaten op een plek terecht komen waar ze niet horen te zijn, kan dit leiden tot milieuvervuiling.
 
Van welke vorm van milieuvervuiling is er dan sprake?
 
  Van bodemvervuiling.
  Van horizonvervuiling.
  Van luchtvervuiling.
  Van watervervuiling.
 
 
 
9
Om de opbrengst van voedingsgewassen te verbeteren, worden onder andere de volgende drie methoden toegepast:
 
(1)  De omstandigheden van het abiotische milieu worden zo gunstig mogelijk gemaakt.
(2)  Er wordt gezorgd dat er geen of zo weinig mogelijk concurrentie tussen gewassen is.
(3)  Er wordt voor gezorgd dat de gewassen niet gevoelig zijn voor allerlei plantenziekten.
 
Bij welke methode is er sprake van bemesting?
En bij welke methode worden onkruidbestrijdingsmiddelen gebruikt?
 
  Bemesting bij methode 1 - onkruidbestrijding bij methode 1
  Bemesting bij methode 2 - onkruidbestrijding bij methode 2
  Bemesting bij methode 1 - onkruidbestrijding bij methode 3 
  Bemesting bij methode 1 - onkruidbestrijding bij methode 2   
 
 
 
10
Wanneer (oplaadbare) batterijen niet zorgvuldig weggegooid worden maar in het milieu terecht komen, gaan ze lekken. Uit de batterij komt dan een zwaar metaal dat in het oppervlaktewater terecht komt en in water oplost. Als het water van nature al een beetje zuur is, gaat dit nog sneller. In een bepaald gebied komt de volgende voedselketen voor: waterpest → kreeftjes → stekelbaars → reiger .
 
In welke van de genoemde organismen kunnen de zware metalen aangetroffen worden?
 
  Alleen in waterpest.
  Alleen in kreeftjes en stekelbaarsjes.
  Alleen in stekelbaarsjes en reigers.
  In alle genoemde organismen.
 
 
 
11
In de landbouw kom je monoculturen tegen. Een monocultuur is het verbouwen van slechts één soort gewas. Het biedt boeren vooral economische voordelen omdat er dan bijvoorbeeld voor de oogst maar één soort machine gebruikt hoeft te worden. Er zijn echter ook nadelen aan monoculturen te noemen.
 
Welke beweringen over monoculturen zijn in algemene zin juist?
 
  Bij monoculturen raakt de bodem niet snel uitgeput en kunnen ziekten zich sneller verspreiden.
  Bij monoculturen komen er maar weinig soorten voor die zich door het ontbreken van natuurlijke vijanden zich sterk kunnen vermeerderen.
  Bij monoculturen zijn de abiotische omstandigheden over een groot oppervlak hetzelfde waardoor verschillende soorten zich beter aanpassen.
  Bij monoculturen zullen er eerder insectenplagen ontstaan terwijl er ook andere soorten gaan groeien.
 
 
 
12
In een composthoop mag afval terecht komen uit de keuken en uit de tuin. Voorbeelden zijn koffie, kapotte eischalen, etensresten, gemaaid gras. In een composthoop zijn allerlei bacteriën en schimmels actief. Tijdens het composteren komt warmte vrij. Het is goed om een composthoop zo af en toe om te woelen, zodat er meer lucht bij kan.
 
Ontstaat er tijdens het composteren water?
En worden er minerale zouten gevormd?
 
  Er ontstaat geen water en er worden ook geen minerale zouten gevormd.
  Er ontstaat alleen water.
  Er worden alleen minerale zouten gevormd.
  Er ontstaat water en er worden ook minerale zouten gevormd.
 
 
 
13
Wanneer de lucht met bepaalde stoffen verontreinigd raakt, kan zure regen het gevolg zijn.
 
Door welke stoffen wordt zure regen veroorzaakt?
 
  Alleen door fosfaten en stikstofoxiden.
  Alleen door fosfaten en zwaveloxiden.
  Alleen door stikstofoxiden en zwaveloxiden.
  Door fosfaten, stikstofoxiden en zwaveloxiden.
 
 
 
14
Biociden zijn stoffen die een vergiftigende werking hebben. Ze dienen om plantenziekten en plagen te bestrijden. Een andere naam voor biociden is pesticiden. Pesticiden hebben de volgende kenmerken:
 
(1)  Bij het gebruik kan resistentie ontstaan.
(2)  Ze werken erg snel.
(3)  Ze zijn niet-selectief.
 
Welk kenmerk of welke kenmerken werken in het voordeel van deze manier van plaagbestrijding?
 
  Alleen (1).
  Alleen (2).
  Alleen (3).
  De kenmerken (1), (2) en (3).
 
 
 
15
Veel chemische bestrijdingsmiddelen kunnen niet door organismen worden afgebroken.
 
In welk deel van een voedselketen die uit vier schakels bestaat, worden per organisme de meeste resten van chemische bestrijdingsmiddelen aangetroffen?
En wat is de biologische term voor deze manier van opeenhoping?
 
  In de eerste schakel. Dit wordt accumulatie genoemd.
  In de eerste schakel. Dit wordt resistentie genoemd.
  In de vierde schakel. Dit wordt accumulatie genoemd.
  In de vierde schakel. Dit wordt resistentie genoemd.
 
 
 
16
Als oppervlaktewateren door fosfaten troebel worden, dringt er minder licht door tot op de bodem. Waterplanten sterven en bepaalde vissen trekken dan weg of sterven. Andere vissen eten veel watervlooien waardoor er meer algen ontstaan. Algen groeien snel maar gaan ook snel dood. Deze dode algen komen op de bodem terecht en worden afgebroken door de vele bacteriën. De aanwezigheid van zoveel bacteriën heeft invloed op het aantal vissen in het water.
 
Wat is deze invloed van de bacteriën op de hoeveelheid vissen?
 
  Doordat de bacteriën veel zuurstof uit het oppervlaktewater verbruiken, gaat het aantal vissen omlaag.
  Doordat de bacteriën veel voedsel uit het oppervlaktewater verbruiken, gaat het aantal vissen omlaag.
  Doordat de bacteriën voor meer voedsel in het oppervlaktewater zorgen, gaat het aantal vissen omhoog.
  Doordat de bacteriën voor meer zuurstof in het oppervlaktewater zorgen, gaat het aantal vissen omhoog.
 
 
 
17
Met afval kan het volgende gedaan worden:
 
(1) bij oude blikjes: verwerken tot schroot in een fabriek ;
(2) bij huisvuil: ophalen verbranden in een installatie die elektriciteit opwekt ;
(3) bij oud papier: inzamelen en verwerken tot wc-papier ;
(4) bij plastic: inzamelen en omsmelten voor hergebruik ;
(5) bij gft-afval: composteren
(6) bij glas: inzamelen en omsmelten voor hergebruik
 
Welke is of zijn voorbeelden van recycling?
 
  Alleen (1).
  Alleen (1), (2) en (3).
  Alleen (1), (3) en (5).
  Alleen (1), (3), (4) en (6).
 
 
 
18
Overheden van de Europese Unie hebben bepaald dat varkenshouders nog maar een bepaalde hoeveelheid drijfmest over hun land mogen verspreiden. Hieronder staan twee beweringen over de eventuele gevolgen van deze bepaling.
 
(1)  Minder drijfmest in de bodem heeft tot gevolg dat er minder zure regen komt.
(2)  Minder drijfmest heeft tot gevolg dat de drinkwatervoorziening minder gevaar loopt.
 
Welke van deze beweringen geeft een juist verband aan tussen oorzaak en gevolg?
 
  Geen van beide.
  Alleen (1).
  Alleen (2).
  Beide beweringen geven een juist verband aan tussen ooraak en gevolg.
 
 
 
19
Een grote hoeveelheid afval is er vaak de oorzaak van dat het aantal micro-organismen in een sloot snel groeit. Samen gebruiken zij veel zuurstof. Voor vissen kan dat dodelijk zijn.
 
Welk afval wordt er door deze micro-organismen afgebroken?
En stijgt of daalt de watertemperatuur dan?
 
  Anorganisch afval, de watertemperatuur daalt.
  Anorganisch afval, de watertemperatuur stijgt.
  Organisch afval, de watertemperatuur daalt.
  Organisch afval, de watertemperatuur stijgt.
 
 
20
In verontreinigd water komen veel heterotrofe eencellige organismen, zoals het pantoffeldiertje voor.
 
Dit komt doordat ... 
 
  ... de verontreiniging een gevolg is van het voorkomen van pantoffeldiertjes.
  ... in verontreinigd water veel organisch afval zit waar bacteriën van leven en die weer als voedsel voor pantoffeldiertjes dienen.
  ... in verontreinigd water veel andere organismen leven waar pantoffeldiertjes geen last van hebben.
  ... in verontreinigd water veel mineralen in het water opgelost zijn die pantoffeldiertjes als voedsel gebruiken.
 
 


Je hebt punten gehaald.
Deze score is:

| Begin pagina | Antwoorden |