Lever
lever met twee processen
1 Met letter A wordt schematisch de _____ weergegeven.
3 Door de ______ stroomt zuurstofarm bloed naar de lever toe.
4 Door de ______ stroomt zuurstofrijk bloed naar de lever toe.
5 Door de ______ stroomt zuurstofarm bloed van de lever weg.
7 De lever breekt overtollige eiwitten af. Hierbij ontstaat ______ .
8 Van het ijzer dat bij afbraak in de lever vrijkomt, worden ______ gevormd.
9 In de lever kunnen ______ opgeslagen worden.
10 Alcohol, drugs en medicijnen worden door de lever als ______ beschouwd.
11 Ureum wordt door de ______ uitgescheiden.
12 Poep kleurt bruin door de afbraakproducten van ______ .
13 Bij verbranding ______ het glucosegehalte in de lever.
14 Het ureumgehalte van het bloed is het hoogst in de ______ .
15 Bij iemand is de galbuis verstopt. De poep is daardoor ______ van kleur dan normaal.
17 Behalve in de spieren, wordt er ook in de lever ______ opgeslagen.
18 Tijdens de vertering wordt gal aan de ______ afgegeven.
19 De poortader is zuurstofarm omdat de zuurstof door de ______ is opgebruikt.
20 Het gehalte aan glucose is in de ______ het hoogst.