Groene organismen (herhaling begrippen)
model van een huidmondje
Opdracht
Welk woord heb je nodig om de zin compleet te maken?
1
Eencellige wieren, zoals algen, planten zich voort door middel van ______ .
???
windbloemen
insectenbloemen
bastvaten
houtvaten
veel
weinig
bovenkant
onderkant
vezels
helmhokjes
water
zaadlobben
zaadhuid
vacuole
kruisbestuiving
zelfbestuiving
celdeling
geslachtelijk
ongeslachtelijk
stuifmeelbuis
stijl
turgor
verdamping
vruchtbeginsel
2
Met behulp van knollen, bollen en wortelstokken kunnen planten zich ______ voortplanten.
???
windbloemen
insectenbloemen
bastvaten
houtvaten
veel
weinig
bovenkant
onderkant
vezels
helmhokjes
water
zaadlobben
zaadhuid
vacuole
kruisbestuiving
zelfbestuiving
celdeling
geslachtelijk
ongeslachtelijk
stuifmeelbuis
stijl
turgor
verdamping
vruchtbeginsel
3
Na bestuiving groeit er een ______ uit de stuifmeelkorrel.
???
windbloemen
insectenbloemen
bastvaten
houtvaten
veel
weinig
bovenkant
onderkant
vezels
helmhokjes
water
zaadlobben
zaadhuid
vacuole
kruisbestuiving
zelfbestuiving
celdeling
geslachtelijk
ongeslachtelijk
stuifmeelbuis
stijl
turgor
verdamping
vruchtbeginsel
4
Zaadbeginsels bevinden zich in het gedeelte van de stamper dat ______ heet.
???
windbloemen
insectenbloemen
bastvaten
houtvaten
veel
weinig
bovenkant
onderkant
vezels
helmhokjes
water
zaadlobben
zaadhuid
vacuole
kruisbestuiving
zelfbestuiving
celdeling
geslachtelijk
ongeslachtelijk
stuifmeelbuis
stijl
turgor
verdamping
vruchtbeginsel
5
Men spreekt van ______ als stuifmeel terecht komt op de stempel van dezelfde bloem.
???
windbloemen
insectenbloemen
bastvaten
houtvaten
veel
weinig
bovenkant
onderkant
vezels
helmhokjes
water
zaadlobben
zaadhuid
vacuole
kruisbestuiving
zelfbestuiving
celdeling
geslachtelijk
ongeslachtelijk
stuifmeelbuis
stijl
turgor
verdamping
vruchtbeginsel
6
______ hebben opvallend grote meeldraden en stampers die buiten de kroonbladeren komen.
???
windbloemen
insectenbloemen
bastvaten
houtvaten
veel
weinig
bovenkant
onderkant
vezels
helmhokjes
water
zaadlobben
zaadhuid
vacuole
kruisbestuiving
zelfbestuiving
celdeling
geslachtelijk
ongeslachtelijk
stuifmeelbuis
stijl
turgor
verdamping
vruchtbeginsel
7
Stampers bestaan uit een stempel, een ______ en een vruchtbeginsel.
???
windbloemen
insectenbloemen
bastvaten
houtvaten
veel
weinig
bovenkant
onderkant
vezels
helmhokjes
water
zaadlobben
zaadhuid
vacuole
kruisbestuiving
zelfbestuiving
celdeling
geslachtelijk
ongeslachtelijk
stuifmeelbuis
stijl
turgor
verdamping
vruchtbeginsel
8
Stuifmeelkorrels ontwikkelen zich in de ______ .
???
windbloemen
insectenbloemen
bastvaten
houtvaten
veel
weinig
bovenkant
onderkant
vezels
helmhokjes
water
zaadlobben
zaadhuid
vacuole
kruisbestuiving
zelfbestuiving
celdeling
geslachtelijk
ongeslachtelijk
stuifmeelbuis
stijl
turgor
verdamping
vruchtbeginsel
9
Zaden kunnen ontkiemen bij een gunstige temperatuur en bij de aanwezigheid van ______ .
???
windbloemen
insectenbloemen
bastvaten
houtvaten
veel
weinig
bovenkant
onderkant
vezels
helmhokjes
water
zaadlobben
zaadhuid
vacuole
kruisbestuiving
zelfbestuiving
celdeling
geslachtelijk
ongeslachtelijk
stuifmeelbuis
stijl
turgor
verdamping
vruchtbeginsel
10
Voordat een zaad ontkiemt, teert het op het reservevoedsel dat in de ______ zit.
???
windbloemen
insectenbloemen
bastvaten
houtvaten
veel
weinig
bovenkant
onderkant
vezels
helmhokjes
water
zaadlobben
zaadhuid
vacuole
kruisbestuiving
zelfbestuiving
celdeling
geslachtelijk
ongeslachtelijk
stuifmeelbuis
stijl
turgor
verdamping
vruchtbeginsel
11
Bij celstrekking wordt er in een plantencel van meerdere ______ één gemaakt.
???
windbloemen
insectenbloemen
bastvaten
houtvaten
veel
weinig
bovenkant
onderkant
vezels
helmhokjes
water
zaadlobben
zaadhuid
vacuole
kruisbestuiving
zelfbestuiving
celdeling
geslachtelijk
ongeslachtelijk
stuifmeelbuis
stijl
turgor
verdamping
vruchtbeginsel
12
Het transport van water en voedingszouten vindt in een plant plaats via ______ .
???
windbloemen
insectenbloemen
bastvaten
houtvaten
veel
weinig
bovenkant
onderkant
vezels
helmhokjes
water
zaadlobben
zaadhuid
vacuole
kruisbestuiving
zelfbestuiving
celdeling
geslachtelijk
ongeslachtelijk
stuifmeelbuis
stijl
turgor
verdamping
vruchtbeginsel
13
Bij een blad liggen de bastvaten aan de ______ .
???
windbloemen
insectenbloemen
bastvaten
houtvaten
veel
weinig
bovenkant
onderkant
vezels
helmhokjes
water
zaadlobben
zaadhuid
vacuole
kruisbestuiving
zelfbestuiving
celdeling
geslachtelijk
ongeslachtelijk
stuifmeelbuis
stijl
turgor
verdamping
vruchtbeginsel
14
______ geven stevigheid aan de vaatbundels.
???
windbloemen
insectenbloemen
bastvaten
houtvaten
veel
weinig
bovenkant
onderkant
vezels
helmhokjes
water
zaadlobben
zaadhuid
vacuole
kruisbestuiving
zelfbestuiving
celdeling
geslachtelijk
ongeslachtelijk
stuifmeelbuis
stijl
turgor
verdamping
vruchtbeginsel
15
Door ______ en zuigkracht in de bladeren wordt er water omhoog getransporteerd.
???
windbloemen
insectenbloemen
bastvaten
houtvaten
veel
weinig
bovenkant
onderkant
vezels
helmhokjes
water
zaadlobben
zaadhuid
vacuole
kruisbestuiving
zelfbestuiving
celdeling
geslachtelijk
ongeslachtelijk
stuifmeelbuis
stijl
turgor
verdamping
vruchtbeginsel
16
Via ______ worden water en assimilatieproducten naar andere delen van de plant vervoerd.
???
windbloemen
insectenbloemen
bastvaten
houtvaten
veel
weinig
bovenkant
onderkant
vezels
helmhokjes
water
zaadlobben
zaadhuid
vacuole
kruisbestuiving
zelfbestuiving
celdeling
geslachtelijk
ongeslachtelijk
stuifmeelbuis
stijl
turgor
verdamping
vruchtbeginsel
17
De druk van de inhoud van een plantencel op de celwand wordt ______ genoemd.
???
windbloemen
insectenbloemen
bastvaten
houtvaten
veel
weinig
bovenkant
onderkant
vezels
helmhokjes
water
zaadlobben
zaadhuid
vacuole
kruisbestuiving
zelfbestuiving
celdeling
geslachtelijk
ongeslachtelijk
stuifmeelbuis
stijl
turgor
verdamping
vruchtbeginsel
18
Tijdens de vorming van ______ verdwijnen de dwarswanden volledig.
???
windbloemen
insectenbloemen
bastvaten
houtvaten
veel
weinig
bovenkant
onderkant
vezels
helmhokjes
water
zaadlobben
zaadhuid
vacuole
kruisbestuiving
zelfbestuiving
celdeling
geslachtelijk
ongeslachtelijk
stuifmeelbuis
stijl
turgor
verdamping
vruchtbeginsel
19
Planten kunnen verdamping beperken door een dik waslaagje en ______ huidmondjes.
???
windbloemen
insectenbloemen
bastvaten
houtvaten
veel
weinig
bovenkant
onderkant
vezels
helmhokjes
water
zaadlobben
zaadhuid
vacuole
kruisbestuiving
zelfbestuiving
celdeling
geslachtelijk
ongeslachtelijk
stuifmeelbuis
stijl
turgor
verdamping
vruchtbeginsel
20
Huidmondjes kunnen open en dicht gaan als de sluitcellen hun ______ veranderen.
???
windbloemen
insectenbloemen
bastvaten
houtvaten
veel
weinig
bovenkant
onderkant
vezels
helmhokjes
water
zaadlobben
zaadhuid
vacuole
kruisbestuiving
zelfbestuiving
celdeling
geslachtelijk
ongeslachtelijk
stuifmeelbuis
stijl
turgor
verdamping
vruchtbeginsel
Je score is