Oefenvragen (2) bij Hoofdstuk Genetica

Oefenvragen bij Genetica (2)                         
 
1
Bij honden is het gen voor krullend haar (E) dominant over dat voor sluik haar (e).
Iemand wil zoveel mogelijk honden fokken met sluik haar.
Wat is het genotype van het vrouwtje als het mannetje heterozygoot is en de meeste nakomelingen sluik haar moeten krijgen?
   
 
2
Twee kangoeroes paren met elkaar. Onder de jongen blijken enkele kangoeroes voor te komen die door een erfelijke afwijking
onvruchtbaar zijn.
a Wordt de erfelijke afwijking bepaald door een dominant gen of door een recessief gen? Leg je antwoord uit!
b Zijn de kangoeroes die heterozygoot zijn, vruchtbaar of onvruchtbaar? Leg je antwoord uit.
 
 
3
Bij een pasgeboren baby wordt wat bloed afgenomen door middel van de hielprik. uit onderzoek van het bloed blijkt dat het kind een erfelijke stofwisselingsziekte heeft, die P.K.U. heet. Het kind zal een aangepast dieet moeten volgen. Geen van beide ouders heeft de verschijnselen van deze ziekte. De ouders willen graag nog een kind.
Hoe groot is de kans dat dit tweede kind ook P.K.U. zal hebben?
 
4
In een spermaleider van een man bevindt zich een cel (2n) met 46 chromosomen.
a Is deze cel een voortplantingscel of een cel uit de wand van de spermaleider?
b Bevindt zich in deze cel een Y-chromosoom?
 
5
In vier celkernen van mensen zitten de volgende geslachtschromosomen:
Celkern 1:    XX
Celkern 2:    X
Celkern 3:    XY
Celkern 4:    Y
Welke celkern (nummer noemen) kan van een wangcel van een man zijn?
 
6
Bij katten is het gen voor een gevlekte vacht (R) dominant over dat voor een ongevlekte vacht (r). Een vrouwtje met gevlekte vacht krijgt nakomelingen van een mannetje met gevlekte vacht. Onder de jongen zijn dieren met een gevlekte vacht en dieren met een ongevlekte vacht. Wat zijn de genotypen van de ouderdieren?
 
7
Het genotype voor een bepaalde eigenschap van een plant wordt voorgesteld door Gg.
Wat was het genotype van de voortplantingscellen waaruit deze plant is ontstaan?
 
8
Bij de mens is het gen voor bruine oogkleur dominant over dat voor blauwe oogkleur.
Ricky heeft bruine ogen. De oogkleur van zijn ouders is niet bekend.
a Kan Ricky heterozygoot zijn voor de eigenschap oogkleur?
b Kan een van de ouders van Ricky blauwe ogen hebben? Verduidelijk je antwoord met kruisingsschema’s.
 
 
 
Antwoorden van oefenvragen Genetica (2)
 
1       mogelijke combi’s:        
EE x ee                 100% Ee
Ee x ee                 50% Ee – 50% ee                                             dus deze is het!              
ee x ee                100% ee
Ee x Ee                 25% EE – 50% Ee – 25% ee
 
2  a   recessief, als het dominant was, zouden de kangoeroes uitsterven
    b  heterozygoot is vruchtbaar dus 2 x heterozygoot Hh x Hh geeft 25% hh (= onvruchtbaar)
 
3  Ouders zijn niet ziek maar kind heeft PKU (= recessief)
    Ouders zijn heterozygoot (drager) Aa x Aa geeft 25% aa (=PKU)
 
4  a  46 chromosomen aanwezig? Dan altijd een gewone lichaamscel
    b  Het gaat om een man, in elke cel van een man zitten twee geslachtschromosomen; namelijk een X en een Y.
       Dus antwoord is JA
 
5  alleen celkern 3
 
6  Gevlekt is dominant dus RR of Rr
    Ongevlekt is recessief dus rr
   
    Vrouwtje x Mannetje geeft gevlekte èn ongevlekte jongen
    Dus moeten beide ouders heterozygoot zijn : Rr
    Controle: Rr X Rr geeft 25% rr = ongevlekte en 75% RR en Rr = gevlekte jongen
 
7  Als een organisme Gg is, is deze ontstaan door samensmelting van een G met een g
 
8  Ricky heeft bruine ogen (Bb of BB)
    a  ja
    b  mogelijke combi’s ouders als Ricky bruine ogen krijgt (geen volledige kruisingsschema’s):
                               BB x BB  geeft 100% BB = bruine ogen
                               BB x Bb geeft 50% BB = bruine ogen; 50% Bb = bruine ogen
                               BB x bb geeft 100% Bb = bruine ogen
                               Bb x bb geeft 50% Bb = bruine ogen; 50% bb = blauwe ogen