Bloed (herhaling begrippen)
bloedtransfusiezakken
Opdracht
Welk woord heb je nodig om de zin compleet te maken?
1
Bloedplasma bestaat voor 7% uit ______ . Eén daarvan is fibrinogeen.
???
bloedplasma
bloedplaatjes
rode bloedcellen
witte bloedcellen
plasma-eiwitten
enzymen
antistoffen
hemofilie
leukemie
anemie
45%
55%
etter
vaste vorm
ijzer
celkern
rood beenmerg
milt
hemoglobine
2
In het bloedplasma bevinden zich veel regelende stoffen zoals hormonen en ______ .
???
bloedplasma
bloedplaatjes
rode bloedcellen
witte bloedcellen
plasma-eiwitten
enzymen
antistoffen
hemofilie
leukemie
anemie
45%
55%
etter
vaste vorm
ijzer
celkern
rood beenmerg
milt
hemoglobine
3
Ook zitten er ______ in het bloedplasma. Deze eiwitten beschermen je tegen infecties.
???
bloedplasma
bloedplaatjes
rode bloedcellen
witte bloedcellen
plasma-eiwitten
enzymen
antistoffen
hemofilie
leukemie
anemie
45%
55%
etter
vaste vorm
ijzer
celkern
rood beenmerg
milt
hemoglobine
4
Rode bloedcellen bevatten ______ dat gemakkelijk zuurstof opneemt en afgeeft.
???
bloedplasma
bloedplaatjes
rode bloedcellen
witte bloedcellen
plasma-eiwitten
enzymen
antistoffen
hemofilie
leukemie
anemie
45%
55%
etter
vaste vorm
ijzer
celkern
rood beenmerg
milt
hemoglobine
5
Bloedcellen worden aangemaakt in ______ .
???
bloedplasma
bloedplaatjes
rode bloedcellen
witte bloedcellen
plasma-eiwitten
enzymen
antistoffen
hemofilie
leukemie
anemie
45%
55%
etter
vaste vorm
ijzer
celkern
rood beenmerg
milt
hemoglobine
6
Rode bloedcellen kunnen niet lang leven. Dat komt omdat ze niet in het bezit zijn van een ______ .
???
bloedplasma
bloedplaatjes
rode bloedcellen
witte bloedcellen
plasma-eiwitten
enzymen
antistoffen
hemofilie
leukemie
anemie
45%
55%
etter
vaste vorm
ijzer
celkern
rood beenmerg
milt
hemoglobine
7
Na afsterven worden rode bloedcellen in het rode beenmerg, de ______ en de lever afgebroken.
???
bloedplasma
bloedplaatjes
rode bloedcellen
witte bloedcellen
plasma-eiwitten
enzymen
antistoffen
hemofilie
leukemie
anemie
45%
55%
etter
vaste vorm
ijzer
celkern
rood beenmerg
milt
hemoglobine
8
Daarbij komt ______ vrij, dat weer opnieuw gebruikt wordt bij de vorming van nieuwe rode bloedcellen.
???
bloedplasma
bloedplaatjes
rode bloedcellen
witte bloedcellen
plasma-eiwitten
enzymen
antistoffen
hemofilie
leukemie
anemie
45%
55%
etter
vaste vorm
ijzer
celkern
rood beenmerg
milt
hemoglobine
9
Witte bloedcellen kenmerken zich doordat ze geen ______ hebben.
???
bloedplasma
bloedplaatjes
rode bloedcellen
witte bloedcellen
plasma-eiwitten
enzymen
antistoffen
hemofilie
leukemie
anemie
45%
55%
etter
vaste vorm
ijzer
celkern
rood beenmerg
milt
hemoglobine
10
______ bestaat voornamelijk uit dode witte bloedcellen die dode (en ook nog levende) bacteriën bevatten.
???
bloedplasma
bloedplaatjes
rode bloedcellen
witte bloedcellen
plasma-eiwitten
enzymen
antistoffen
hemofilie
leukemie
anemie
45%
55%
etter
vaste vorm
ijzer
celkern
rood beenmerg
milt
hemoglobine
11
Bepaalde typen witte bloedcellen maakt ______ tegen ziekteverwekkers.
???
bloedplasma
bloedplaatjes
rode bloedcellen
witte bloedcellen
plasma-eiwitten
enzymen
antistoffen
hemofilie
leukemie
anemie
45%
55%
etter
vaste vorm
ijzer
celkern
rood beenmerg
milt
hemoglobine
12
Net als rode bloedcellen, worden ook bepaalde witte bloedcellen gemaakt in het ______ .
???
bloedplasma
bloedplaatjes
rode bloedcellen
witte bloedcellen
plasma-eiwitten
enzymen
antistoffen
hemofilie
leukemie
anemie
45%
55%
etter
vaste vorm
ijzer
celkern
rood beenmerg
milt
hemoglobine
13
Bij de ziekte ______ zijn er abnormaal veel witte bloedcellen die ook nog eens niet goed functioneren.
???
bloedplasma
bloedplaatjes
rode bloedcellen
witte bloedcellen
plasma-eiwitten
enzymen
antistoffen
hemofilie
leukemie
anemie
45%
55%
etter
vaste vorm
ijzer
celkern
rood beenmerg
milt
hemoglobine
14
De afwijking waarbij er een tekort aan rode bloedcellen is, wordt ______ genoemd.
???
bloedplasma
bloedplaatjes
rode bloedcellen
witte bloedcellen
plasma-eiwitten
enzymen
antistoffen
hemofilie
leukemie
anemie
45%
55%
etter
vaste vorm
ijzer
celkern
rood beenmerg
milt
hemoglobine
15
Bij de erfelijke ziekte ______ stolt het bloed niet goed.
???
bloedplasma
bloedplaatjes
rode bloedcellen
witte bloedcellen
plasma-eiwitten
enzymen
antistoffen
hemofilie
leukemie
anemie
45%
55%
etter
vaste vorm
ijzer
celkern
rood beenmerg
milt
hemoglobine
16
Onder invloed van stoffen uit ______ verandert fibrinogeen in fibrine, dat een netwerk van draden vormt.
???
bloedplasma
bloedplaatjes
rode bloedcellen
witte bloedcellen
plasma-eiwitten
enzymen
antistoffen
hemofilie
leukemie
anemie
45%
55%
etter
vaste vorm
ijzer
celkern
rood beenmerg
milt
hemoglobine
17
Koolstofdioxide wordt voornamelijk getransporteerd door ______ .
???
bloedplasma
bloedplaatjes
rode bloedcellen
witte bloedcellen
plasma-eiwitten
enzymen
antistoffen
hemofilie
leukemie
anemie
45%
55%
etter
vaste vorm
ijzer
celkern
rood beenmerg
milt
hemoglobine
18
Van al het bloed bestaat ongeveer ______ uit vaste bloeddelen.
???
bloedplasma
bloedplaatjes
rode bloedcellen
witte bloedcellen
plasma-eiwitten
enzymen
antistoffen
hemofilie
leukemie
anemie
45%
55%
etter
vaste vorm
ijzer
celkern
rood beenmerg
milt
hemoglobine
19
Van alle bloeddeeltjes zijn de ______ het zwaarst.
???
bloedplasma
bloedplaatjes
rode bloedcellen
witte bloedcellen
plasma-eiwitten
enzymen
antistoffen
hemofilie
leukemie
anemie
45%
55%
etter
vaste vorm
ijzer
celkern
rood beenmerg
milt
hemoglobine
20
Een andere naam voor ______ is bloederziekte.
???
bloedplasma
bloedplaatjes
rode bloedcellen
witte bloedcellen
plasma-eiwitten
enzymen
antistoffen
hemofilie
leukemie
anemie
45%
55%
etter
vaste vorm
ijzer
celkern
rood beenmerg
milt
hemoglobine
Je score is