Open Word. Hierin formuleer je de
antwoorden op de vragen uit de opdrachten.
Ga op Internet naar www.bioplek.org
Zoek in de rubriek onderbouw naar
het woord inhoud onderbouw. Klik hierop.
Zoek verder Hart en
bloedsomloop.
►
betekent een opdracht om te doen (bv. klikken, scrollen, naar een pagina gaan,
etc.)
Opdrachten:
1
Je ziet nu het hart van de voorzijde. Belangrijke delen van het hart zijn
aangegeven met letters. Geef de namen die bij deze letters horen.
Klik op
de letters om te controleren of je antwoorden goed waren.
2 Beantwoord de
volgende vragen:
a Welke functie heeft de aorta?
b Welke functie heeft de linkerboezem?
c Welke functie heeft de bovenste holle ader?
d Welke functie heeft de rechterkamer?
3
Met welke letter wordt de longader aangegeven?
4
Welke letter
stelt de halsslagader voor?
5
Wat is de functie
van de poortader?
6
Hoe heten de bloedvaten in de longen waarin zuurstof wordt opgenomen in het
bloed?
7
Door welk bloedbestanddeel
wordt zuurstof in het bloed vervoerd?
8
Geef aan (letters
en namen noemen) door welke bloedvaten de zuurstof passeert alvorens deze bij
de spieren aankomt.
9
In de dunne
darmen wordt glucose opgenomen in het bloed. In welke bloedvaten gebeurt dit?
10
Door welk
bloedbestanddeel wordt glucose vervoerd?
11 Je hersenen hebben voortdurend zuurstof en
glucose nodig voor de verbranding. Geef aan (letters en namen noemen) door
welke bloedvaten deze glucose komt voordat het de hersenen bereikt.
12 Kijk eens goed naar bloedvat C. Dat
splitst zich in de buurt van het hart. Eigenlijk is dit niet juist. Kun je
uitleggen wat er fout aan is? Waarom is dit zo getekend, denk je?
13
De meeste onderdelen van het hart zijn aangegeven met letters. Geef de namen.
14
Als je op letter
b klikt, verschijnt er een pijl. Waarom?
15
Waarom is de
linkerkamer dikker dan de rechterkamer?
16
Kijk goed naar de animatie. Wanneer zijn de slagaderkleppen geopend?
►
Sluit www.bioplek.org helemaal af en ga
naar de zoekmachine Google.
Opdrachten:
Van je docent krijg je de naam van een ziekte of
aandoening die te maken heeft met hart en bloedvaten. Je moet informatie
opvragen om de vragen te kunnen beantwoorden.
►
Voor de laatste drie vragen geldt dat je ze in
je eigen woorden moet beantwoorden en dat je de informatie vooral kort en
bondig houdt, dat wil zeggen hooguit een half kantje getypt.
17
Wat zijn de verschijnselen van de ziekte of aandoening?
18
Hoe wordt de
ziekte of aandoening veroorzaakt?
19
Op welke manier
kan iemand van de ziekte genezen?
►
Staat je naam
boven het bestand? Print al je antwoorden uit en lever ze bij je docent in.