Zintuigen  (herhaling begrippen)

 

 

 

 

model van het oog

Opdracht  Welk woord heb je nodig om de zin compleet te maken?

1  Door ______ worden prikkels uit het milieu omgezet in impulsen.

2  De speciale prikkels voor een bepaald zintuig worden ______ prikkels genoemd.

3  De buitenste laag van het oog is het ______ .

4  In het centrum van het ______ ligt de gele vlek. Hiermee kun je het scherpst zien.

5  De ______ is de plaats waar de oogzenuw het oog verlaat.

6  In de schemer en in het donker zijn alleen _____ in het netvlies actief.

7  De plaats waar geluidsprikkels omgezet worden in impulsen, heet het ______ .

8  Het trommelvlies geeft de geluidstrillingen door aan de ______ .

9  De ______ verbindt de keelholte met de trommelholte.

10  De ooglens wordt door het ______ op z’n plaats gehouden.

11  Met behulp van ______ kun je kleuren waarnemen.

12  Iemand die bijziend is, kan dingen van ______ goed zien.

13  Het boller en platter worden van de ooglens wordt ______ genoemd.

14  Als ______ in het straalvormig lichaam zich samentrekken, wordt de lens boller.

15  Als ______ in de iris zich samentrekken, wordt de pupil groter.

16  Het verschijnsel ______ ontstaat wanneer de ooglens troebel wordt.

17  Er ontstaat in een zintuig pas een impuls als de ______ gehaald wordt.

18  Huidzintuigjes kom je vooral in de ______  tegen.

19  Door de ______ wordt de luchtdruk in de oren gelijk aan die van buiten.

20  Door de ______ wordt het netvlies beter beschermd tegen een te grote hoeveelheid licht.

Je score is