O E F E N T O E T S      Z I N T U I G E N S T E L S E L
 
Meerkeuzevragen om te oefenen.
Niveau: 1 vmbo tl / havo / vwo - 3 mavo (vmbo tl)
model van het oog

Klik voor het juiste antwoord in één van de hokjes. Er zijn 30 vragen; je kunt 30 punten halen.
Als je achteraf de antwoorden per vraag wilt checken, is het handig ze ook ergens op te schrijven.
Ook heb je van je docent een wachtwoord nodig.

1
In het model hiernaast zijn enkele delen van de huid met nummers aangegeven.
 
Hoe heet het deel dat met nummer 2 is aangegeven?
 
   De hoornlaag.
   De kiemlaag.
   De lederhuid.
   De opperhuid
 
 
2
Met welk nummer wordt het orgaantje weergegeven dat iets produceert dat de huid soepel houdt?
 
   Met nummer 6.
   Met nummer 7.
   Met nummer 8.
   Met nummer 9. 
 
 
3
Welke twee lagen van de huid worden weergegeven met nummer 1?
 
   De hoornlaag en de kiemlaag.
   De hoornlaag en de lederhuid.
  De opperhuid en de kiemlaag.
   De opperhuid en de lederhuid.
 
 
4  
Wat is de beste omschrijving van een 'prikkel'?
 
   Een prikkel is hetzelfde als een impuls, maar dan van buiten het lichaam.
   Een prikkel is een invloed van een organisme op het milieu.
   Een prikkel is een invloed uit het milieu op een organisme.
   Geen van bovenstaande antwoorden is juist.
 
 
5
In de afbeelding hiernaast zijn enkele delen van het oor aangegeven met nummers.
 
Met welk nummer wordt het deel aangegeven dat de luchtdruk in het middenoor gelijk met buiten houdt?
En wat is de naam van dit deel?
 
   Met nummer 1. Dit is het evenwichtszintuig.
   Met nummer 2. Dit is de gehoorzenuw.
   Met nummer 3. Dit is het slakkenhuis.
   Met nummer 4. Dit is de buis van Eustachius.

   Met nummer 5. Dit is de gehoorgang.
 
 
 
6   
In de afbeelding hiernaast zijn enkele delen van het oor met nummers aangegeven. Met welk nummer wordt het deel aangegeven dat geluidstrillingen omzet in impulsen?
 
   Met nummer 1.
   Met nummer 2.
   Met nummer 3.
   Met geen van de nummers.
 
 
7   
Bevatten de delen 1, 2 en 3 zintuigcellen?
 
   Alleen deel 1.
   Alleen deel 2.
   Alleen de delen 1 en 2.
   Alle drie de delen bevatten zintuigcellen.
 
 
8   
Hiernaast zie je een model van een deel van het zintuigstelsel.
 
Wat stelt dit model voor?
En op welke plaats worden prikkels omgezet in impulsen?
 
   Het stelt een deel van het evenwichtszintuig voor; omzetting in impulsen gebeurt in deel 1.
   Het stelt een deel van het netvlies voor; omzetting in impulsen gebeurt in deel 2.
   Het stelt een smaakknopje voor; omzetting in impulsen gebeurt in deel 1.
   Het stelt een van de gehoorbeentjes voor; omzetting in impulsen gebeurt in deel 2.
 
 
9   
Vanaf hoeveel decibel kan geluid tot een gehoorbeschadiging leiden?
 
   Geluid vanaf 50 decibel.
   Geluid vanaf 85 decibel.
   Geluid vanaf 110 decibel.
   Geluid vanaf 135 decibel.
 
 
10 
In de afbeelding hiernaast zie je een model van het oog waarbij de buitenste laag is verwijderd.
 
Wat is de naam van de buitenste laag van het oog, dat hier ontbreekt?
 
   De iris.
   De pupil.
   Het harde oogvlies.
   Het hoornvlies.
 
 
11  
In de schematische tekening hiernaast worden enkele delen van het oog met nummers aangegeven.
 
Met welk nummer wordt het deel aangegeven dat traanvocht produceert?
 
  Met nummer 1.
  Met nummer 2.
  Met nummer 3.
  Met nummer 4.
 
 
12  
Is het regenboogvlies, ook wel iris genaamd, een deel van een ander vlies van het oog. Zo ja, van welk deel?
 
   Ja, van het harde oogvlies.
   Ja, van het netvlies.
   Ja, van het vaatvlies.
   Nee, het is geen deel van een ander vlies van het oog.
 
 
13  
Hiernaast zie je een opengemaakt model van het menselijk oog. Met nummers zijn enkele delen aangegeven.
 
Met welk nummer wordt het deel aangegeven dat voor een scherp beeld op het netvlies zorgt?
 
   Met nummer 1.
   Met nummer 2.
   Met nummer 3.
   Met geen van de nummers.
 
 
14  
Wat is de naam van het deel dat met nummer 1 is aangegeven?
 
   De ooglens.
   Het glasachtig lichaam.
   Het harde oogvlies.
   Het hoornvlies.
 
 
15  
Tijdens het accommoderen veranderen de ooglenzen van dikte. Hiernaast is een aantal lenzen getekend en twee verschillende situaties waarin ze gebruikt worden.
 
Welke cijfercombinatie is een juiste combinatie als het gaat om het kijken naar de gebruikte voorwerpen?
 
   1 - 3 - 5.
   1 - 3 - 6.
   1 - 4 - 5.
   2 - 3 - 5.
   2 - 4 - 5.
   2 - 4 - 6.
 
 
 
16   
Een lichtstraal bereikt vanaf de pupil het midden van netvlies. Met welke naam wordt deze plek aangeduid?
 
  De blinde vlek.
  De gele vlek.
  De lens.
  De oogzenuw.
 
 
17   
De grootte van de pupillen verandert naarmate er meer of minder licht in het oog schijnt.
 
Veranderen de pupillen van iemand die vanuit het licht in de schemer komt?
En is hier sprake van een bewuste reactie of van een reflex?
 
   De pupillen veranderen niet. Dit is een bewuste reactie.
   De pupillen veranderen niet. Dit is een reflex.
   De pupillen worden kleiner. Dit is een bewuste reactie.
   De pupillen worden kleiner. Dit is een reflex.
   De pupillen worden groter. Dit is een bewuste reactie.
   De pupillen worden groter. Dit is een reflex.
 
 
 
18   
Iemand leest een boek.
 
Zijn de lensbandjes in het oog dan gespannen of ontspannen?
En is het straalvormig lichaam dan groot of klein in doorsnede?
 
  De lensbandjes zijn gespannen, het straalvormig lichaam is groot in doorsnede.
  De lensbandjes zijn gespannen, het straalvormig lichaam is klein in doorsnede.
  De lensbandjes zijn ontspannen, het straalvormig lichaam is groot in doorsnede.
  De lensbandjes zijn ontspannen, het straalvormig lichaam is klein in doorsnede.
 
 
19   
Tussen welke twee huidlagen kan blaarvocht zich ophopen?
 
   Tussen de hoornlaag en de kiemlaag.
   Tussen de hoornlaag en de lederhuid.
   Tussen de kiemlaag en de lederhuid.
   Tussen de lederhuid en de onderhuidse bindweefsellaag.
 
 
 
20
Het beeld dat mensen met staar hebben, is wazig tot zeer slecht. De oorzaak ligt in een deel van het oog zelf. Na de operatie, die poliklinische verloopt en in Nederland de meest uitgevoerde operatie is, mogen zij weer naar huis. Bij staar is een deel van het oog aangetast dat vervangen kan worden door een
kunstdeel.
 
Welk deel van het oog wordt vervangen door een kunstdeel?
 
   De iris.
   De ooglens.
   Het glasachtig lichaam.
   Het hoornvlies.
 
 
21  
In de afbeelding hiernaast worden met nummers de gebieden aangegeven waarmee zintuigen bepaalde smaken kunnen waarnemen.
 
Met welk nummer wordt het gebied aangegeven waarmee iemand een overwegend zoete smaak kan proeven?
En met welk gebied een zoute smaak?
 
   Zoet met 1, zout met 3.
   Zoet met 1, zout met 4.
   Zoet met 3, zout met 1.
   Zoet met 3, zout met 2.
 
 
22  
Geluid verplaatst zich doordat lucht in trilling wordt gebracht. De geluidstrillingen worden in het oor door de volgende delen geleid:
 
(1)     de gehoorbeentjes
(2)     de vloeistof in het slakkenhuis
(3)     een vlies (venster) in het slakkenhuis
(4)     het trommelvlies
 
Wat is de juiste volgorde van de delen waardoor de geluidstrillingen worden geleid?
 
   (1) - (2) - (4) - (3)
   (2) - (1) - (3) - (4)
   (3) - (4) - (1) - (2)
   (4) - (1) - (3) - (2)
 
 
23  
Enkele zintuigen bij de mens zijn drukzintuigen, pijnzintuigen, staafjes en kegeltjes.
 
Welke van deze zintuigen kunnen in een oog liggen?
 
   Alleen drukzintuigen.
   Alleen pijnzintuigen.
   Alleen staafjes en kegeltjes.
   Alle genoemde zintuigen kunnen in een oog liggen.
 
 
24  
De tekening hiernaast stelt schematisch een deel van ons oog voor waar licht op valt. Van welke laag en in welk deel van het oog is deze tekening gemaakt?
En in welke richting valt het licht: A of B?
 
   Van het harde oogvlies. Het licht valt via richting A.
   Van het netvlies op de blinde vlek. Het licht valt via richting A.
   Van het netvlies op de blinde vlek. Het licht valt via richting B.
   Van het netvlies op de gele vlek. Het licht valt via richting A.
   Van het netvlies op de gele vlek. Het licht valt via richting B.
   Van het vaatvlies. Het licht valt via richting B.
 
 
 
25  
Zweten kan verschillende functies hebben.
 
Welke van onderstaande beweringen over zweten is het meest juist?
 
   Zweet houdt de huid soepel.
   Zweet koelt het lichaam af doordat het verdampt op de huid.
   Zweten houdt de lichaamswarmte vast.
   Zweten is nodig om overtollig vocht kwijt te raken.
 
 
26   
Drie delen van het oog zijn het glasachtig lichaam, het hoornvlies en de ooglens.
 
Welk(e) van deze delen is (zijn) doorzichtig?
 
   Alleen het glasachtig lichaam.
   Alleen het hoornvlies.
   Alleen de ooglens.
   Zowel het glasachtig lichaam als het hoornvlies.
   Zowel het glasachtig lichaam als de ooglens.
   Alle drie de delen zijn doorzichtig.
 
 
 
27   
Hieronder volgen vijf beweringen.
 
 (1)      Het beeld van een voorwerp wordt omgekeerd en verkleind op het netvlies geprojecteerd.
 (2)      Het beeld dat iemand ziet, wordt in het netvlies 'vertaald' in een waarneming.
 (3)      Op het netvlies van het linkeroog en rechteroog ontstaat hetzelfde beeld.
 (4)      Alleen met twee ogen zijn organismen in staat om de afstand (goede scherpte-diepte) in te schatten.
 (5)      Wanneer iemand naar een voorwerp kijkt, valt het beeld van dit voorwerp op de blinde vlek.
 
Hoeveel beweringen zijn juist?
 
  2
  3
  4
  5
 
 
28   
Na verloop van tijd hoort iemand zijn wekker niet meer tikken.
 
Wat is er met de drempelwaarde gebeurd?
En wat is de biologische term voor dit verschijnsel?
 
   De drempelwaarde is lager komen te liggen. Het heet adequate prikkel.
   De drempelwaarde is hoger komen te liggen. Het heet adequate prikkel.
   De drempelwaarde is lager komen te liggen. Het heet gewenning.
   De drempelwaarde is hoger komen te liggen. Het heet gewenning.
 
 
29   
Vrouwtjesmuggen hebben voor de opbouw van hun eitjes veel eiwitten nodig. Bloed dat zwangere muggenvrouwtjes bij een gastheer opzuigen, bevat naast andere bouwstoffen voldoende eiwitten. Wanneer een vrouwtjesmug
steekt, spuit ze eerst een beetje speeksel in de bloedbaan. Dit speeksel voorkomt dat het bloed gaat stollen. Daarna kan ze pas wat bloed opzuigen.
 
Tot in welke laag van de huid moet een vrouwtjesmug met haar zuigsnuit doordringen om bij de bloedbaan te komen?
 
   Tot in de hoornlaag.
   Tot in de kiemlaag.
   Tot in de lederhuid.
   Tot in het onderhuidse bindweefsel
 
 
30 
Het trommelvlies wordt door trillingen in de lucht in beweging gebracht. Voor deze beweging is het noodzakelijk dat het trommelvlies soepel gehouden wordt.
 
Wat is verantwoordelijk voor het soepel houden van het trommelvlies?
 
   De buis van Eustachius.
   De gehoorbeentjes.
   De vloeistof in het slakkenhuis.
   Het oorsmeer uit de oorsmeerkliertjes.

Je hebt punten gehaald.
Wat ik ervan vind:

| Begin pagina | Antwoorden |