O E F E N V R A G E N      V O O R T P L A N T I N G S S T E L S E L
Open vragen om te oefenen.
Niveau: 2 vmbo tl / havo / vwo - 3 mavo (vmbo tl)

 

 

 

 

 

torso penis


1     Wat wil zeggen dat mensen zich 'geslachtelijk voortplanten'?
2     Geef een ander woord voor gewone celdeling.
3     Wat houdt een reductiedeling precies in?
4     Hoe noemen we de samensmelting tussen een spermacel en een eicel?
5     Hoeveel chromosomen smelten er bij een menselijke bevruchting samen?
6    Waar in het menselijk lichaam vinden reductiedelingen plaats?
7     Wanneer vinden de reductiedelingen bij een jongen plaats? En bij een meisje?
8    Waar worden zaadcellen in het lichaam opgeslagen?
9    Welke twee functies heeft de prostaat?
10    Om welke redenen kan iemand besneden worden?
11    Waaruit bestaat een follikel?
12    Op welke plaats vindt bij de mens de bevruchting plaats?
13    Hoe lang duurt het ongeveer voordat een bevruchte eicel in de baarmoeder terecht komt?
14    Om welke reden kan een vrouw tijdens haar zwangerschap niet menstrueren?
15    Wat is het gele lichaam?
16    Welke overeenkomst kun je noemen tussen de eikel en de clitoris?
17    Waaruit ontstaat het gele lichaam?
18   Wat is een innesteling?
19    Waar vindt de innesteling van een bevruchte eicel plaats?
20    Waarom kan maar een spermacel de eicel bevruchten?
21    Hoe vaak ongeveer wordt een volwassen vrouw per jaar ongesteld?
22    Welke oorzaak kun je noemen voor het ontstaan van secundaire geslachtskenmerken?
23    Wanneer ongeveer vindt de ovulatie plaats?
24    Welke cellen maken het hormoon dat ervoor zorgt dat het baarmoederslijmvlies dikker wordt?
25    Noem twee secundaire geslachtskenmerken?
26    Waardoor barst bij de ovulatie de rijpe follikel open?
27    Waarom vindt er een menstruatie plaats?
28    Wat doet de anticonceptiepil precies?
29    Wat betekent "anticonceptie"?
30    Een eicel leeft ongeveer 12 - 24 uur. Waarom is de vruchtbare periode van een vrouw niet 12 - 24 uur?
31    Is steriliseren een manier van anticonceptie? Leg je antwoord kort uit.
32    Wat bevat het zaad van een man na een zaadlozing wanneer deze man gesteriliseerd is?
33    Bij een zaadlozing blijven de spermacellen bij een gesteriliseerde man achter in de zaadleiders. Wat gebeurt er met deze achtergebleven spermacellen?
34    Wat verstaat men onder een SOA?
35    Noem twee verantwoordelijke ziekteverwekkers die een SOA kunnen veroorzaken.
36    Wat is er negatief aan het seropositief zijn?
37    Noem tenminste drie seksueel onveilige 'technieken', als het gaat om besmetting met het Aidsvirus.
38    In de navelstreng komen drie bloedvaten voor: een zuurstofrijke navelstrengader en twee zuurstofarme navelstrengslagaders. Van wie zijn deze bloedvaten en leg uit hoe de naamgeving dan tot stand is gekomen.
39    Noem drie functies van het vruchtwater.
40    Wat houdt de ontsluitingsfase in?

| Begin pagina |