B I O L O
G I E O P
H ET M O N D R I A A N C O
L L E G E
Extra informatie
Biologie op het Mondriaan College en de methode “Biologie Voor Jou”
De methode waar we op het Mondriaan College mee
werken, heet “Biologie voor jou”. Er is een theorieboek en een werkboek.
In het boek is elk thema (hoofdstuk) opgebouwd
uit:
- Basisstof
- Extra basisstof
- Samenvatting
- Diagnostische toets
- Verrijkingsstof
Tijdens een van de eerste lessen wordt
uitgelegd, hoe je met het theorieboek en het werkboek moet omgaan.
Elke les moet je de volgende dingen bij je
hebben:
-
handboek (theorieboek)
-
werkboek
-
schrijf- en tekengerei (pen, potlood HB of
fineliner, gum, kleurpotloden, liniaal, schaartje en plakstift)
De Basisstof en de Extra Basisstof wordt voor
elke klas en elke leerling uitgelegd. Daarover wordt vaak een Diagnostische
toets gemaakt. Hiervoor krijg je soms een cijfer, dat niet meetelt. Met dit
cijfer weet je ongeveer hoe goed of hoe slecht je de leerstof beheerst. Daarna krijg je de echte toets; hier krijg je
een cijfer voor dat wel meetelt.
Uit de Verrijkingsstof wordt een keuze gemaakt
door de docent en soms door de leerling zelf.
A van AANPAK
Aan het begin van de les leg je alles klaar wat
je nodig hebt: theorieboek, klapper met het goede hoofdstuk, schrijf- en
tekengerei.
Vaak wordt er gewerkt met zogenaamde
werkwijzers. Hierop staat aangegeven wat er per les gedaan wordt en wat het
huiswerk zal zijn. Zorg dat je deze werkwijzer altijd bij je hebt. (Er
zitten niet voor niets gaatjes in, dus doe ‘m bij het vak biologie vooraan
in je klapper.) Let tijdens de les op als er afgeweken wordt van de gewone
planning die in je werkwijzer staat.
Bij het zelfstandig doorwerken van een thema of
stuk Basisstof, lees je eerst goed de tekst door.
Eerst lezen dan vragen maken, niet andersom!
Let op schuingedrukte woorden, deze zijn heel belangrijk. Zijn er ook
nog andere moeilijke woorden? Kijk aandachtig naar de verklarende tekeningen
of afbeeldingen.
Werk goed door maar hou de tijd in de gaten.
Vaak mag je al tijdens de les aan je huiswerk beginnen. Benut deze tijd
daarom extra goed!
B van BEWERKEN
Bij een practicum:
Soms wordt er een practicum gedaan. Deze kun je
niet thuis doen. Luister goed naar de klassikale instructies van je docent(e).
Hij / zij legt het nog eens uit geeft je tips die niet in het boek staan.
Voor de praktische opdracht geldt dat je precies moet doen wat er in het
boek staat.
Bij normale leerstof / theorie:
Pas als je alles hebt begrepen, begin je met de
opdrachten. Weet je welke opdrachten je moet maken? Ook hier geldt: eerst
goed lezen en dan eventueel terugzoeken in de tekst die je gelezen
hebt. Begrijp je de opdracht niet, lees hem dan nog eens aandachtig door.
Weet je het dan nog niet, vraag dan aan je buurman/vrouw en daarna pas aan
de docent om uitleg.
Om
extra te oefenen kun je de volgende dingen doen:
-
Schrijf alle schuingedrukte woorden onder elkaar en zet erachter wat ze
volgens jou betekenen. Gebruik zoveel mogelijk je eigen woorden.
-
Maak een samenvatting van de basisstof. Vergelijk
deze met de Samenvatting uit je theorieboek. Komt het een beetje overeen? Zo
nee, ben je dingen vergeten?
-
Bestudeer de afbeeldingen met onderdelen goed, door
een deel af te dekken met een blaadje.
-
Laat je regelmatig door iemand overhoren.
-
Maak alvast een paar vragen van de Diagnostische
toets om extra te oefenen. Zoek de antwoorden in de juiste Basisstof op.
C van CONTROLE
Controle voor normale theorie:
- In de klas kun je de
opdrachten zelfstandig nakijken met de antwoordenboekjes.
- Verbeter fouten met een
andere kleur pen. Zo leer je beter van je fouten.
- Wanneer je een antwoord
niet begrijpt, vraag dan hulp van een klasgenoot of van je docent(e). Als
het nodig is, moet je de Basisstof eerst
opnieuw lezen.
Maak de opdracht daarna desnoods opnieuw.
- Weet je de betekenis van
alle schuingedrukte woorden die in de tekst voorkomen?
- Ken je de onderdelen die in
afbeeldingen aangeduid worden?
Controle voor een toets:
- Start op tijd met het leren
van een toets of proefwerk; zeker een week van te voren.
- Zorg dat je alle spullen
hebt: boek, klapper, extra stencils, extra aantekeningen, practica, enz.
- Heb je alle opdrachten
gemaakt? (Zo nee, hoe komt het dat je ze nog niet bijgewerkt hebt?)
- Leer niet alles in een keer
door, maar knip de leerstof in stukjes.
- Lees de Basisstof goed
door. Als het goed is, moet nu alles begrijpen.
- Bestudeer de afbeeldingen
aandachtig. Test jezelf met aangegeven onderdelen.
- Bekijk schema’s en tabellen
goed. Welke moet je kennen en welke niet?
- Maak (een deel van) de
opdrachten nog eens als steekproef. Vergelijk met de juiste antwoorden!
- Maak (een deel van) de
Diagnostische toets nog eens. Ook vergelijken!
- Schrijf op een apart blaadje
welke delen van de Basisstof of welke afbeeldingen je nog niet goed kent. De
volgende keer dat je verder gaat met leren, begin je met de herhaling van
wat je niet kende.
- Leer de samenvatting goed.
- Laat je door iemand
overhoren.
- Blijf alles goed herhalen
totdat je de toets hebt.
Extra informatie:
1 Een toets over een Thema, bevat
meestal de volgende onderdelen:
·vragen die gaan over de schuin- of dikgedrukte woorden;
·vragen met beweringen, die juist of onjuist zijn;
·meerkeuzevragen; hier is altijd maar één antwoord juist;
·vragen over tekeningen en afbeeldingen en de onderdelen;
·vragen over een stukje tekst die over het onderwerp gaat.
2 Hou je altijd aan de
planning (huiswerk). Als je ziek bent (geweest), wordt er van je verwacht
dat je zelfstandig alles tijdig bijwerkt.
3 Schriftelijke Overhoringen (SO’s)
zijn meestal onverwacht. Als je je aan de planning houdt en het huiswerk
altijd goed in je agenda noteert,
kan het al bijna niet misgaan.