Levensfasen

 

Opdracht  Welke levensfase past er bij de beschrijvingen?

1  Levensfase tussen ongeveer 21 en 65 jaar.

2  In deze levensfase gaan de voortplantingsorganen werken.

3  In deze fase probeer je rechtop te zitten en te staan.

4  Je probeert zelfstandig te zijn en leert onafhankelijk te worden van anderen.

5  Levensfase van 0  tot ongeveer 1,5 jaar.

6  Je leert in deze fase om met andere kinderen te spelen.

7  In deze fase moet je eigenlijk zitten om kinderen te krijgen, anders niet.

8  In deze fase staat alles op zijn kop: hormonen en gevoelens krijgen soms de overhand.

9  De fase waarin veel mensen last krijgen van de midlife-crisis.

10  De levensfase tussen ongeveer 1,5 en 4 jaar

11  In deze fase heb je veel verzorging nodig door bijvoorbeeld lichamelijke gebreken.

12  Je leert in deze fase vooral praten en ontwikkelt een fijnere motoriek

13  Levensfase tussen ongeveer 6 en 12 jaar.

14  Levensfase tussen ongeveer 16 en 21 jaar.

15  In deze fase leer je rekenen en lezen.

16  In deze fase groei je heel snel. Je hebt al eerder zo'n snelle groei doorgemaakt.

17  In deze fase ben je ongeveer 5 jaar oud.
18  Levensfase van boven de ongeveer 65 jaar.
19  In deze fase vindt een grovere motorische ontwikkeling plaats.
20  In welke fase vindt de gebeurtenis in de afbeelding voor het eerst in een leven plaats?
Je score is