O E F E N T O E T S      H O R M O N E N
 
Meerkeuzevragen om te oefenen.
Niveau: 3 havo
 

Klik voor het juiste antwoord in één van de hokjes. Er zijn 30 vragen; je kunt 30 punten halen.
Als je achteraf de antwoorden per vraag wilt checken, is het handig ze ook ergens op te schrijven.
Ook heb je van je docent een wachtwoord nodig.

1
Wat is een juiste en volledige omschrijving van het begrip homeostase?
 
    De samenwerking tussen hormoonklieren.
    Het handhaven van factoren rondom een bepaalde normwaarde.
    Zorgen dat een regelkring niet doorbroken wordt.
    Het handhaven van een dynamisch evenwicht in het inwendige milieu.
 
 
2  
Welke uitspraak over hormonen is niet juist?
 
    Als hormonen niet door het lichaam worden afgebroken, blijven ze werkzaam.
    Bij stress kan er adrenaline aangemaakt worden.
    Hormonen kunnen niet in alle weefsels terecht komen.
    Er zijn hormonen die tegengestelde functies hebben.
 
 
 
3  
Op welk niveau vindt homeostase plaats?

   Op celniveau
   Op orgaanniveau. 
   Op het niveau van een orgaanstelsel. 
   Op het niveau van een organisme. 
 
4
Oxytocine brengt de geboorte op gang door weeën op te wekken. Na de geboorte zorgt het voor de afgifte van moedermelk uit melkklieren.
 
Op welke plaats in het lichaam wordt oxytocine gemaakt?
 
    In de borsten.
    In de hypofyse.
    In de eierstokken.
    In de schildklier.

 
 
5  
Welk orgaan of welk deel van het orgaan verbindt het zenuwstelsel met het hormoonstelsel?
 
    De hypofyse.
    De hypofysevoorkwab.
    De hypofyseachterkwab.
    De hypothalamus.
 
 
6   
Adrenaline komt vrij tijdens het sporten. De concentratie wordt hogen en dit kan gemeten worden door wat bloed af te nemen voor onderzoek.
 
Wat doet adrenaline met het aantal hartslagen (hartfrequentie) per minuut? En welk effect heeft adrenaline op de mate van vertering van voedsel?
 
    Zowel de hartfrequentie als de spijsvertering nemen toe 
    De hartfrequentie neemt toe, de spijsvertering wordt geremd.
    De hartfrequentie wordt geremd, de spijsvertering neemt toe.
    Zowel de hartfrequentie als de spijsvertering worden geremd.
 
 
7   
Insuline is een hormoon dat diabetici rechtstreeks in de bloedbaan kunnen toedienen via een injectiespuit.
 
Waarom kan insuline niet in tabletvorm ingenomen worden?
 
   De insuline werkt dan te krachtig.
   De insuline wordt dan door de lever afgebroken.
   De insuline kan dan niet goed gedoseerd worden.
   De insuline lost dan niet goed op.
 
 
8
Tijdens de productie van urine, nemen de nieren water op zodat het inwendige milieu voldoende vocht blijft behouden. In de regelkring wordt dit gereguleerd door de productie van meer of minder ADH.
 
Van welke manier van terugkoppeling is hier sprake?
 
    Van een negatieve terugkoppeling.
    Van een positieve terugkoppeling.
    Van een positieve én een negatieve terugkoppeling want ze wisselen elkaar af.
    Van geen enkele terugkoppeling.
 
 
9   
Bij kou daalt de lichaamstemperatuur een beetje. De productie van TSH reageert daarop. 
 
Wat is hiervan het nut?
 
    Hiermee stijgt het TSH-gehalte in het bloed. De verbranding van glucose komt op gang.
    Hiermee stijgt het TSH-gehalte in het bloed. De omzetting van reservestoffen komt op gang.
    Hiermee daalt het TSH-gehalte in het bloed. De verbranding van glucose komt op gang.
    Hiermee daalt het TSH-gehalte in het bloed. De omzetting van reservestoffen komt op gang.
 
 
10 
Een bekende stofwisselingsziekte is hypothyreoïde (CHT). Kinderen met deze aandoening hebben vaak geen schildklier dus een gebrek aan thyroxine. Na de geboorte wordt dit al snel ontdekt bij de hielprik. Kinderen met de stofwisselingsziekte komen direct onder behandeling te staan en krijgen thyroxine gedurende hun hele leven toegediend.
 
 Wat kunnen de gevolgen zijn wanneer deze kinderen niet worden behandeld?
    Zij komen in gewicht toe en zijn snel moe.
    De ontwikkeling van het zenuwstelsel blijft achter.
    De lichamelijke ontwikkeling blijft achter of is verstoord.
    Alle drie bovenstaande antwoorden zijn juist.
 
 
11  
Er zijn meerdere vormen van suikerziekte. De twee bekendste zijn diabetes type 1 en diabetes type 2. Bij type 1 maakt de patiënt geen insuline, bij type 2 zijn de insulinereceptoren onwerkzaam.
 
Diabetespatiënten met type 2 zijn vaak moe. Waardoor komt dit?
 
    Hun cellen nemen te weinig glucose op uit het bloed.
    Deze patiënten hebben dan problemen met hun hart.
    Er is schade aan de hersenen ontstaan.
    De insuline hoopt zich op in het bloed.
 
 
12  
Door afwijkingen in de hormoonproductie kunnen mensen problemen krijgen met de groei of met de vetverbranding. Zo hoeft iemand helemaal niet zo veel te eten om toch dik te worden terwijl deze persoon voldoende beweegt of sport. Andere verschijnselen van een verstoorde hormoonhuishouding zijn: snel moe worden, snel geïrriteerd raken, uitpuilende ogen. Bij het voorkómen van een struma (schildkliervergroting of krop) kwam men in Nederland al snel met een oplossing; door toevoeging van bepaalde zouten in brood kon het orgaan dat hiervan afhankelijk was, normaal blijven functioneren. Tegenwoordig is een gebrek aan deze zouten in veel derdewereldlanden nog steeds een oorzaak voor problemen met de schildklier.
 
Welke zouten zijn er voor een goed werking van de schilklier nodig?
 
    Calciumzouten.
    Jodiumzouten.
    IJzerzouten.
    Keukenzout.
 
 
13  
Iemand die gedurende een lange tijd veel alcohol drinkt, kan leveraandoeningen krijgen.
 
Welke functie in verband met hormonen kan een lever dan niet goed meer uitvoeren?
 
    Het omzetten van glycogeen in glucose onder invloed van insuline.
    Het omzetten van glycogeen in glucose onder invloed van glucagon.
    Het omzetten van glucose in glycogeen onder invloed van glucagon.
    Het omzetten van glucose in glycogeen onder invloed van adrenaline.
 
 
14  
Proeven doe je met je tong, zien met je ogen. De organen die prikkels opvangen en omzetten in impulsen, worden zintuigen genoemd. Alle impulsen bereiken een deel van het centrale zenuwstelsel waardoor er bewustwording optreedt.
 
In welk deel van het centrale zenuwstelsel vindt de bewustwording plaats?
 
    In de grote hersenen.
    In de kleine hersenen.
    In de hersenstam.
    In het ruggenmerg.
 
 
15
De hypofyse is ene hormoonklier dat onder andere de groei regelt. Ook beïnvloedt het andere hormoonklieren. Bij vruchtbare vrouwen vindt ongeveer elke maand rijping van follikels in de eierstokken plaats en ook een ovulatie.
 
Welke hormoonklier regelt de rijping van follikels in de eierstokken?
En welke hormoonklier regelt de ovulatie?
 
    De hypofyse regelt beide processen.
    De hypofyse regelt de rijping van follikels, de eierstokken regelen de ovulatie.
    De eierstokken regelen de rijping van follikels, de hypofyse regelt de ovulatie.
    De eierstokken regelen beide processen.
 
 
16
De groei van het lichaam wordt gereguleerd door een hormoon.
 
Op welke plaats wordt het hormoon gemaakt dat de groei regelt?
 
    In de bijnieren.
    In de eierstokken of de teelballen.
    In de eilandjes van Langerhans.
    In de hypofyse.
 
 
17   
Een bepaald hormoon zorgt ervoor dat de hoeveelheid glucose in het bloed toeneemt en een ander hormoon zorgt ervoor dat de hoeveelheid glucose in het bloed afneemt. Beide hormonen worden op dezelfde plaats gemaakt.
 
Met welk nummer in de afbeelding hiernaast wordt de plaats aangegeven waar beide hormonen gemaakt worden?
 
    Met nummer 1.
    Met nummer 2.
    Met nummer 3.
    Met nummer 4.
    Met nummer 5.
 
 
18
In de afbeelding hiernaast is een deel van de nek en enkele inwendige organen zichtbaar.
 
Welke hormoonklier is er op de afbeelding te zien?
En welke belangrijke stof heeft deze hormoonklier voor een goede werking nodig?
 
    De schildklier; voor een goede werking heeft deze glucose nodig.
    De schildklier; voor een goede werking heeft deze jood nodig.
    Een speekselklier; voor een goede werking heeft deze fluor nodig.
    Een speekselklier; voor een goede werking heeft deze glucose nodig.

 
 
19   
Sarah moet een presentatie voor de klas houden. Ze is nogal zenuwachtig. Haar ademhaling gaat sneller dan normaal en ze voelt haar hart in de keel kloppen. Haar presentatie gaat over de werking van hormonen.
 
Welk hormoon veroorzaakt bij Sarah de genoemde verschijnselen?
 
    Adrenaline.
    Glucagon.
    Insuline.
    Schildklierhormoon
 
 
20 
Het strottenhoofd (zie afbeelding) groeit bij jongens in de puberteit harder dan bij meisjes die in de puberteit zijn.
 
Waardoor wordt dit verschil veroorzaakt?
 
    Doordat de mannelijke geslachtshormonen de groei van het strottenhoofd stimuleert.
    Doordat de mannelijke geslachtshormonen de groei van de organen remt, maar niet de groei van het strottenhoofd.
    Doordat de vrouwelijke geslachtshormonen de groei van het strottenhoofd remt.
    Doordat jongens en mannen een lagere stem hebben dan meisjes en vrouwen.
 
 
21  
De pil is een veelgebruikt anticonceptiemiddel. In de anticonceptiepil zitten hormonen die de ovulatie verhinderen.
 
In welke van de genoemde organen komen de hormonen van een anticonceptiepil terecht?
 
    Alleen in de eierstokken.
    Alleen in de hypofyse.
    Alleen in de hormoonklieren.
    In alle organen van het lichaam.
 
 
22  
Door welk orgaan wordt adrenaline aangemaakt?
 
    Door de alvleesklier.
    Door een bijnier.
    Door de hypofyse.
    Door de schilklier.
 
 
23
Het menselijk lichaam beschouwt alcohol als  een brandstof. Het levert net zoveel energie als dat er zou ontstaan bij de verbranding van glucose. Als het lichaam alcohol te verwerken heeft, wordt een deel van de aanwezige glucose niet voor de verbranding gebruikt. Stoffen die niet gebruikt worden, kunnen door het lichaam uitgescheiden worden. Ook kunnen ze tijdelijk als reservestof worden opgeslagen. Bekende opslagplaatsen zijn de lever en de spieren.
 
Wordt de glucose die niet voor de verbranding wordt gebruikt, uitgescheiden?
En wordt deze glucose in de vorm van een reservestof opgeslagen?
 
    Ja, alle glucose wordt uitgescheiden en er wordt niets in de vorm van een reservestof opgeslagen.
    Ja, een deel van deze glucose wordt uitgescheiden en een deel wordt in de vorm van een reservestof opgeslagen.
    Nee, deze glucose wordt niet uitgescheiden maar helemaal in de vorm van een reservestof opgeslagen.
    Nee, deze glucose wordt niet uitgescheiden en wordt ook niet in de vorm van een reservestof opgeslagen.
 
 
24  
Patiënten met diabetes, hebben een tekort aan een bepaald hormoon dat de bloedsuikerspiegel regelt. Daardoor stijgt het glucosegehalte in het bloed en kan bewusteloosheid optreden.
 
Welk hormoon zorgt ervoor dat de bloedsuikerspiegel niet te hoog wordt?
 
    Groeihormoon.
    Glucagon.
    Insuline.
    Schildklierhormoon.
 
 
25  
Bij een geslachtsrijpe vrouw worden enkele bloedvaten met elkaar vergeleken op de aanwezigheid van geslachtshormonen. Het gaat om de volgende bloedvaten:
 
(1)    een ader van een eierstok
(2)    een ader van de hypofyse
(3)    een slagader van de baarmoeder
(4)    een slagader van een eierstok
 
In welk bloedvat of in welke bloedvaten kun je geslachtshormonen aantreffen?
 
    Alleen in (1).
    Alleen in (1) en (2).
    Alleen in (3) en (4).
    In alle vier de bloedvaten kun je geslachtshormonen aantreffen.
 
 
26   
Een proefpersoon eet 's ochtends geen ontbijt en drinkt of eet de eerste drie uren erna niets. Na drie uur treedt er bij deze persoon een concentratieverlies op.
 
Vanuit welk van onderstaande organen komt er bij deze proefpersoon extra glucose in het bloed terecht?
 
    Vanuit de alvleesklier.
    Vanuit de dunne darm.
    Vanuit de lever.
    Vanuit de maag.
 
 
27   
Veel jonge diabetespatiënten kunnen een redelijk constant leven leiden als zij de voedingsadviezen opvolgen. Soms is het alleen nodig om extra insuline bij zichzelf in te spuiten. Wanneer de adviezen niet opgevolgd worden, het inspuiten van insuline achterwege blijft én er een buitengewone inspanning verricht moet worden, kan iemand duizelig worden of zelfs buiten bewustzijn raken. In het laatste geval moet een arts via een spuit glucagon toedienen.
 
Welk van de onderstaande effecten treedt bij toediening van glucagon dan op?
 
    Het glucosegehalte neemt af.
    Het glucosegehalte neemt toe.
    Het insulinegehalte neemt af.
    Het insulinegehalte neemt toe.
 
 
28   
Bovenop de beide nieren zitten de bijnieren. Dit zijn hormoonklieren die hormonen produceren die de stofwisseling beïnvloeden.
 
Via welk type afvoerbuis verlaten deze hormonen de bijnieren?
 
    Via de darmen.
    Via de urineleiders.
    Via een ader.
    Via een slagader.
 
 
29   
Bij flinke schrik kan iemand het gevoel krijgen dat 'de haren rechtovereind gaan staan'. Feitelijk wordt het gevoel veroorzaakt doordat de haarvaatjes in de hoofdhuid plotseling wijder worden. Dit heeft tot gevolg dat er snel meer bloed met glucose naar allerlei delen van het lichaam stroomt. Ook in de huid. Het wijder worden van de haarvaten wordt veroorzaakt door een hormoon.
 
Op welke plaats wordt dit hormoon aangemaakt?
 
    In de bijnieren.
    In de geslachtsklieren.
    In de eilandjes van Langerhans.
    In de schildklier.
 
 
30 
In het lichaam van veel organismen vindt regeling via hormonen en via impulsen plaats. De grootste verschillen tussen deze twee manieren zijn de snelheid waarmee de regeling tot stand komt en hoelang het duurt.
 
Via welke manier komt de regeling het snelst tot stand?
En via welke manier duurt de regeling het langst?

    Het snelst en het langst via hormonen.
    Het snelst en het langst via impulsen.
    Het snelst via hormonen, het langst via impulsen.
    Het snelst via impulsen, het langst via hormonen.


Je hebt punten gehaald.
Het resultaat is:

| Begin pagina | Antwoorden |