Niveau: 4 VMBO
600
Open oefenvragen ; alle thema's door elkaar heen
-
- Vragen 1 – 50
- 1 Planten met bladgroen
produceren in het licht organische stoffen. Juist / onjuist
- 2 Planten met bladgroen
gebruiken in het licht anorganische stoffen. Juist / onjuist
- 3 Neemt het
zuurstofgehalte van de lucht toe als je paddenstoelen in een afgesloten bakje met lucht
plaatst?
- 4 Als je grasplanten of
insecten in dat bakje plaatst, neemt het zuurstofgehalte dan toe?
- 5 In welk bloedvat pompt
de rechter kamer bloed?
- 6 Is dit bloed
zuurstofrijk of zuurstofarm?
- 7 Welke vorm hebben rode
bloedcellen?
- 8 Wat zijn de twee taken
van witte bloedcellen?
- 9 Tussen welke organen is
de poortader een verbinding?
- 10 Welke bloedcellen
kunnen de haarvaten verlaten?
- 11 Welke weg legt het
bloed af, als het stroomt van de nieren naar de longen?
- 12 Ontstaat er in een
groen blad in het licht koolstofdioxide?
- 13 Van welk bloedvat is de
nierslagader een vertakking?
- 14 Noem een hormoonklier
in het hoofd.
- 15 Door welke delen van
het centrale zenuwstelsel kan een reflexbaan verlopen?
- 16 Welke van de volgende
hormoonklieren ligt onder het middenrif: bijnieren, eilandjes van Langerhans, schildklier?
- 17 Waar vindt de eerste
deling van de bevruchte eicel plaats?
- 18 Met
welk soort organen haalt een vlieg adem?
- 19 In een luchtdicht
afgesloten bakje dat gevuld is met lucht worden op natte watten erwten gelegd.
Kiemen deze erwten?
- 20 Bevat het hoornvlies
van het oog bloedvaten?
- 21 Van welk vlies is het
hoornvlies een deel?
- 22 In welk deel van het
oog bevinden zich spieren voor het vergroten en verkleinen van de pupil?
- 23 Welke klieren maken
enzymen voor de vertering van eiwitten?
- 24 Als een diersoort een
relatief lang darmkanaal bezit, heeft het dan knobbelkiezen, knipkiezen of plooikiezen?
- 25 In welk deel van het
darmkanaal mondt de afvoerbuis van de alvleesklier uit?
- 26 Gal bevat enzymen voor
de vetvertering. Juist / onjuist
- 27 Maagsap verteert
zetmeel. Juist / onjuist
- 28 Door de wand van een
longblaasje vindt gaswisseling plaats. Juist / onjuist
- 29 In een spiervezel vindt
gaswisseling plaats. Juist / onjuist
- 30 Is een haarvat naar een
longblaasje een vertakking van een slagader of van een ader?
- 31 Bevat dit haarvat
zuurstofrijk of zuurstofarm bloed?
- 32 Hoe kun je
koolstofdioxide aantonen?
- 33 Ontstaat er
koolstofdioxide bij de fotosynthese?
- 34 In welke huidlaag of
huidlagen bevinden zich bloedvaten?
- 35 In welke huidlaag wordt
pigment gevormd?
- 36 Wat gebeurt er met de
bloedvaten in de huid als je van een warme in een koude ruimte komt?
- 37 Wat gebeurt er het
eerst: de bevruchting of de groei van een stuifmeelbuis?
- 38 Wat gebeurt er het
eerst: bevruchting of bestuiving?
- 39 Waaraan kun je zien dat
rogge windbloemen heeft?
- 40 Waar vindt de
innesteling plaats nadat de eicel bevrucht is?
- 41 Er zijn bloemen die
geen meeldraden hebben maar wel stampers. Welk type voortplantingscellen
maken deze bloemen?
- 42 Zijn deze bloemen
eenslachtig of tweeslachtig?
- 43 Kunnen deze bloemen
bestoven worden?
- 44 De eicel bevat meer
chromosomen dan de spermacel. Juist / onjuist
- 45 De eicel bevat meer
reservevoedsel dan de spermacel. Juist / onjuist
- 46 X en Y zijn de
geslachtschromosomen. Juist / onjuist
- 47 Als een zygote
(=bevruchte eicel) XY bevat, dan ontstaat er een meisje / jongen.
- 48 Een
spiercel
van een mannetjesmuis bevat 46 chromosomen. Hoeveel chromosomen heeft een spermacel van deze
muis?
- 49 Hoeveel chromosomen
zitten er in een huidcel van deze man?
- 50 De kernen van een cel
van een kroonblad van een bepaalde plantensoort bevatten 24 chromosomen. Hoeveel
chromosomen bevat een stuifmeelkorrel van deze plant?
-
-
- Antwoorden 1 – 50
- 1 juist
- 2 juist
- 3 nee neemt niet toe
- 4 nee
- 5 longslagader
- 6 zuurstofrijk
- 7 rond met deukje in het midden
- 8 afweer tegen ziekteverwekkers en opruimen van dode celresten.
- 9 de alvleesklier en de lever
- 10 witte bloedcellen
- 11 nierader onderste holle ader rechterboezem
rechterkamer longslagader longen.
- 12 nee
- 13 aorta
- 14 hypofyse
- 15 ruggenmerg
- 16 alles behalve schildklier
- 17 eileider
- 18 met tracheeën
- 19 ja
- 20 nee
- 21 harde oogvlies
- 22 achterste oog kamer
- 23 maagsapklier
- 24 ja
- 25 12 vingerige darm
- 26 onjuist
- 27 onjuist
- 28 juist
- 29 juist
- 30 slagader
- 31 zuurstofarm
- 32 met helder kalkwater
- 33 nee
- 34 lederhuid
- 35 opperhuid
- 36 worden groter
- 37 groei van stuifmeelbuis
- 38 bestuiving
- 39 de meeldraden hangen ver uit de bloem
- 40 baarmoederslijmvlies
- 41 zaadbeginsels
- 42 eenslachtig
- 43 ja
- 44 onjuist
- 45 juist
- 46 juist
- 47 jongen
- 48 23 chromosomen
- 49 46 chromosomen
- 50 12 chromosomen
-
-
-
Naar begin pagina
-
-
- Vragen 51 – 100
- 51 Bij
welk orgaanstelsel horen de bijnieren?
- 52 Wat is
de naam van de transportbuizen in planten?
- 53 Noem
een functie van de wortels van planten.
- 54 Hoe
heet de reservestof die in de lever en in de spieren opgeslagen kan worden?
- 55 Geef de
naam van het hormoon dat de stofwisseling in het lichaam regelt.
- 56 Welk
orgaan scheidt de borst- van de buikholte?
- 57 Hoe heet het proces dat
in alle levende cellen plaatsvindt en waarbij energie vrijkomt?
- 58 Er zwemmen vissen in
een afgesloten glazen bak met alleen maar leidingwater. De hoeveelheid kooldioxide in het water neemt
toe / neemt af.
- 59 Bij de gaswisseling van
cellen wordt kooldioxide opgenomen en zuurstof afgegeven. Juist / onjuist
- 60 Hoe heet het proces
waarbij uit koolstofdioxide en water glucose wordt gevormd?
- 61 Een bloedvat bezit een
dikke gespierde wand en bevat zuurstofarm bloed. Wat is de naam van dit bloedvat?
- 62 In welk soort cellen
bevindt zich hemoglobine?
- 63 Noem de
functie van
hemoglobine?
- 64 Er stroomt bloed door
een bepaalde spier. Waar is het glucosegehalte van het bloed het hoogst: voor of na de
spier?
- 65 En waar is het
zuurstofgehalte het hoogst?
- 66 Behoort een halsader
tot de grote of tot de kleine bloedsomloop?
- 67 Bevat deze zuurstofrijk
of zuurstofarm bloed?
- 68 Is de urineblaas bij de
mens een opslagplaats?
- 69 De onderkant van een
blad aan een boom wordt ingesmeerd met was. Wat kan niet meer plaatsvinden?
- 70 Impulsen in een
bewegingszenuw gaan van het centrale zenuwstelsel naar de zintuigen. Juist / onjuist
- 71 Welke delen van het
centrale zenuwstelsel zijn nodig voor een voetzoolreflex?
- 72 Geef de
naam van het deel van een wortel waar de opname van water plaatsvindt.
- 73 Van welk vlies is het
hoornvlies een voortzetting?
- 74 Bloed in de huid van
een kikker neemt zuurstof op uit het milieu. Juist / onjuist
- 75 De pupilreflex wordt
veroorzaakt door de hoeveelheid licht die valt op:
- 76 Waar verlaten de
impulsen, die in de zintuigcellen van het netvlies ontstaan het oog?
- 77 In welk orgaan ontstaat
de stof die vetten in ons voedsel emulgeert?
- 78 Door welk
spijsverteringssap begint de vertering van eiwitten in het spijsverteringskanaal van de
mens?
- 79 Bevat maagsap een
koolhydraatverterend enzym?
- 80 Hoe heten de kiezen van
alleseters?
- 81 Hoe heten de kiezen van
vleeseters?
- 82 Hoe heten de kiezen van
planteneters?
- 83 Vindt er in de
hoornlaag van de huid verbranding plaats?
- 84 Een atleet uit
Nederland traint enkele maanden in het hooggebergte. Hierna blijkt hij in Nederland tot
een grotere prestatie te komen. Welke verandering in de samenstelling van het bloed zal
mede tot deze grotere prestatie geleid hebben?
- 85 De bevruchte eicel van
een dier bevat 10 chromosomen. Hoeveel chromosomen bevatten de afzonderlijke cellen
vóór de bevruchting?
- 86 Waar vindt bij de vrouw
de bevruchting plaats?
- 87 Waar ontwikkelt de
placenta zich?
- 88 Welk type
voortplantingscellen maakt de stamper?
- 89 Waaruit is een
bevruchte eicel bij een zaadplant ontstaan?
- 90 Zet in de goede
volgorde: bevruchting - bestuiving - stuifmeelvorming - zaadvorming.
- 91 Welke
manier van
bestuiving wordt verhinderd als een plant alleen stamperbloemen heeft?
- 92 Een
aardbeiplant kan zich voortplanten met behulp van heeft uitlopers. Hoe heet
deze vorm van voortplanting?
- 93 Hoe
heten de uitlopers wanneer ze onder de grond groeien?
- 94 Kan bij een tulp
geslachtelijke voortplanting voorkomen?
- 95 En ongeslachtelijke?
- 96 Zenuwcellen van de mens
bevatten een even aantal chromosomen per kern. Juist / onjuist
- 97 Spermacellen
van de mens bevatten
een oneven aantal chromosomen per kern. Juist / onjuist
- 98 Welke
geslachtschromosomen bevinden zich in een bevruchte eicel van de mens als
dit een jongen wordt?
- 99 In welke van de
volgende organen bevindt zich in de wand spierweefsel: slokdarm -dikke darm - aorta -
nierslagader?
- 100 Wat is
een weefsel?
-
-
- Antwoorden 51 – 100
- 51 het hormoonstelsel
- 52 vaten / houtvaten /
bastvaten / vaatbundels
- 53 opname van water en
voedingsstoffen / opslag van reservestoffen / de plant vastzetten in de bodem
- 54 glycogeen
- 55 schildklierhormoon
- 56 het middenrif
- 57 gaswisseling
- 58 toe
- 59 onjuist
- 60 verbranding
- 61 slagader
- 62 rode bloedcellen
- 63 het binden en
transporteren van zuurstof
- 64 na de spier
- 65 voor de spier
- 66 grote bloedsomloop
- 67 zuurstofarm
- 68 ja
- 69 gaswisseling
- 70 onjuist
- 71 schakelcellen
- 72 wortelharen
- 73 harde oogvlies
- 74 juist
- 75 netvlies
- 76 in de blinde vlek
- 77 in de galblaas
- 78 alvleessap
- 79 ja
- 80 knobbelkiezen
- 81 knipkiezen
- 82 plooikiezen
- 83 ja dat is juist
- 84 zijn hartje klopt sneller bloed door zijn
lichaampje
- 85 5 chromosomen
- 86 in de eileider
- 87 in de baarmoeder
- 88 vrouwelijke eicellen
- 89 uit de eicel en de
stuifmeelkorrel
- 90 stuifmeelvorming
bestuiving - bevruchting - zaadvorming
- 91 kruisbestuiving
- 92 ongeslachtelijke voortplanting
- 93 wortelstokken
- 94 ja, met behulp van bloemen
- 95 ja, met behulp van bollen
- 96 onjuist
- 97 juist
- 98 een X en een Y
- 99 in alle organen, bij
de verteringsorganen zorgen deze voor peristaltiek, bij de slagader meehelpen
bij het pompen
- 100 een groep cellen
die er hetzelfde uitzien en ook dezelfde taak hebben
-
-
-
Naar begin pagina
-
-
- Vragen 101 – 150
- 101
Waarmee zijn de ribben aan de voorkant aan het borstbeen bevestigd?
- 102 Geef
de naam van de spieren die borstademhaling veroorzaken.
- 103 In
welk orgaan wordt gal geproduceerd?
- 104 In een reageerbuis met
groene waterplanten in water stijgen in het licht gasbelletjes op. Welk gas is dit?
- 105 Bij welk proces is gas
ontstaan?
- 106 Wat gebeurt er met de
hoeveelheid zetmeel in de bladeren als een groene plant in het licht gezet wordt?
- 107 Welke stof komt of
welke stoffen komen vrij bij de verbranding van koolhydraten?
- 108 In een afgesloten
reageerbuis met water zit slechts een waterslak. Wat gebeurt er met de hoeveelheid
CO2?
- 109 Voor
koolstofassimilatie is een bepaalde temperatuur nodig. Juist / onjuist
- 110 Voor
koolstofassimilatie is bladgroen nodig. Juist / onjuist
- 111 Waar mondt de
linkernierader in uit?
- 112 De kleine bloedsomloop
gaat via de longen. Juist / onjuist
- 113 In de kleine
bloedsomloop wordt het CO2-gehalte in een slagader en
in een ader gemeten. In welk bloedvat is het koolstofdioxidegehalte
het hoogst?
- 114 Wat is de functie van
de rode bloedcellen?
- 115 Wat is de functie van
de bloedplaatjes?
- 116 Kan een groene plant
koolstofdioxide uitscheiden?
- 117 In de nieraders is het
glucosegehalte lager dan in de nierslagaders. Hoe is het verschil te verklaren?
- 118 In knollen kan zetmeel
worden opgeslagen. Juist / onjuist
- 119 In de nieren wordt
bloed omgezet in zouten en water. Juist onjuist
- 120 In zaden kunnen
eiwitten worden opgeslagen. Juist / onjuist
- 121 In zaden kunnen vetten
worden opgeslagen. Juist / onjuist
- 122 In zaden kan zetmeel
worden opgeslagen. Juist / onjuist
- 123 Iemand brandt zijn
hand en trekt z'n hand in een reflex terug. Welk deel van net centraal
zenuwstelsel is hierbij betrokken?
- 124 In welke klier(en)
liggen de eilandjes van Langerhans?
- 125 Is voor de kieming van
bonen licht nodig? En water?
- 126 Welk
soort celdeling vindt er plaats bij de groei van een weefsel?
- 127 Hoe heet het
doorzichtige deel van het harde oogvlies bij de mens?
- 128 Zijn
de bloedvaten in een navelstreng van het embryo, van de moeder of van beiden?
- 129 Bevat
een navelstrengslagader
zuurstofrijk of zuurstofarm bloed?
- 130 Waar in het
spijsverteringskanaal van de mens begint de vertering van eiwitten?
- 131 Welke
spijsverteringsappen bevatten zowel enzymen voor de vertering van eiwitten als enzymen
voor de vertering van koolhydraten?
- 132 Waar in het
spijsverteringskanaal bij de mens worden vetten geëmulgeerd?
- 133 Het slijmvlies in de
neus vangt stofdeeltjes op. Juist / onjuist
- 134 Kraakbeen om de
luchtpijp dient voor het openhouden ervan. Juist / onjuist
- 135 Het voorkomen van diep
verzonken huidmondjes is een eigenschap die beschermt tegen uitdroging. Juist / onjuist
- 136 Een diepe inademing
komt tot stand door gelijktijdige rib- en middenrifademhaling. Juist / onjuist
- 137 Bij diepe inademing
trekken zowel de spieren van het middenrif als tussenribspieren samen.
Juist / onjuist
- 138 In
welke huidlaag van een
mens kun je pijnpunten (uitlopers van zenuwcellen) aantreffen?
- 139 Wordt bij de mens
reservevoedsel opgeslagen in de lederhuid of in het onderhuids bindweefsel?
- 140 Uit
welke stoffen bestaat dit
reservevoedsel?
- 141 Waar in de baarmoeder vindt uitwisseling plaats van stoffen tussen het bloed van de moeder en dat
van het kind?
- 142 In
welk stadium
maakt een kikker gebruikt van uitwendige kieuwen.
- 143 Na het
dichtbinden van de spermaleiders kunnen er geen spermacellen meer geproduceerd
worden. Juist / onjuist
- 144 Waar in de bloem
worden vrouwelijke voortplantingscellen gevormd?
- 145 Hoe groot is bij een
man het percentage voortplantingscellen met een X-chromosoom?
- 146 Welk
deel van het verteringsstelsel verhindert dat er tijdens het slikken voedsel
in de luchtpijp komt?
- 147 De wand van de
slokdarm wordt verstevigd door kraakbeen. Juist / onjuist
- 148 Welke van de stoffen:
koolstofdioxide - zuurstof - glucose - water verbruikt een organisme bij de verbranding?
- 149 Voor de vorming van
koolhydraten hebben planten met bladgroen zouten uit de bodem nodig. Juist / onjuist
- 150 Na een hartslag volgt
een hartpauze. Volgt deze pauze na een samentrekking van de boezems of na een
samentrekking van de kamers?
-
-
- Antwoorden 101 – 150
- 101 met kraakbeen
- 102 tussenribspieren
- 103 de lever
- 104 koolstofdioxide
- 105 rottingsproces
- 106 wordt vermeerderd
- 107 water
- 108 deze stijgt
- 109 juist
- 110 juist
- 111 in de onderste holle ader
- 112 juist
- 113 in de slagader
- 114 het vervoeren van zuurstof
- 115 meehelpen bij de bloedstolling
- 116 ja
- 117 bevat meer bloed
- 118 juist
- 119 onjuist
- 120 juist
- 121 juist
- 122 juist
- 123 het ruggenmerg
- 124 alvleesklier
- 125 licht-> nee, water-> ja
- 126 gewone celdeling/mitose
- 127 hoornvlies
- 128 embryo
- 129 zuurstofarm bloed
- 130 in de maag
- 131 alvleessap
- 132 in de slikdarm
- 133 juist
- 134 onjuist
- 135 juist
- 136 onjuist
- 137 onjuist
- 138 in de kiemlaag, dit is een deel van de opperhuid
- 139 in het onderhuids bindweefsel
- 140 uit vetten
- 141 in de placenta
- 142 als kikkervisje
- 143 onjuist
- 144 in de stamper / vruchtbeginsel
- 145 50%
- 146 het strotklepje
- 147 onjuist
- 148 glucose
- 149 onjuist
- 150 na een samentrekking van de kamers
-
-
-
Naar begin pagina
-
-
- Vragen 151 – 200
- 151 Zijn tijdens de
hartpauze de longslagader en de aorta aan het begin open of zijn ze door kleppen
afgesloten?
- 152 Witte bloedcellen
vernietigen bacteriën. Juist / onjuist
- 153 Hoe heet de afvoerbuis
van een nier?
- 154 Een functie van de
nieren is de opslag van e en teveel aan glucose uit het bloed. Juist / onjuist
- 155 Een gevoelszenuw
is
bij een reflex de verbinding tussen zintuig en ruggenmerg.
Juist / onjuist
- 156 Welke van de volgende
klieren vormen hormonen: hypofyse - bijnieren - talgklieren - speekselklieren?
- 157 De iris is een deel
van het vaatvlies. Juist / onjuist
- 158 Het netvlies bevat
zintuigcellen. Juist / onjuist
- 159 De blinde vlek is een
deel van het harde oogvlies. Juist / onjuist
- 160 Een enzym uit speeksel
verteert zetmeel. Juist / onjuist
- 161 Speeksel bevat
slijmstoffen. Juist / onjuist
- 162 Een enzym uit speeksel
verteert glucose. Juist / onjuist
- 163 Waar in het lichaam
van de mens komt gal bij het voedsel?
- 164 Welke stoffen worden
door gal geëmulgeerd?
- 165 In welk deel van het
spijsverteringsstelsel van de mens komen darmvlokken voor?
- 166 Welk
water bevat de meeste CO2; het water in een aquarium of het water dat uit de
kieuwspleten van een vis?
- 167 De cellen in de
kroonbladeren van een plant verbruiken overdag zuurstof. Juist / onjuist
- 168 Bij een plant met
drijvende bladeren zitten de huidmondjes aan de bovenkant. Juist / onjuist
- 169 Planten met bladeren
met een dikke waslaag, zijn niet zo geschikt om in een droge omgeving te groeien.
Juist / onjuist
- 170 In welk stadium of in
welke stadia van de ontwikkeling van de kikker kan gaswisseling via de huid plaatsvinden?
- 171 Een eencellig wier
ontstaat door celdeling. Juist / onjuist
- 172 Een aardappelplant kan
ontstaan uit een knol. Juist / onjuist
- 173 Een dovenetel kan
ontstaan uit een wortelstok. Juist / onjuist
- 174 Een tarweplant
ontstaat uit een tarwekorrel. Juist / onjuist
- 175 Wat kan gezegd worden
over het tijdstip waarop de processen ovulatie en menstruatie plaatsvinden?
- 176 Welke van de volgende
weefsels of organen zijn van de vrouw: navelstreng, vruchtvliezen, baarmoederslijmvlies?
- 177 In welke van de
volgende cellen komen geslachtschromosomen voor: spiercellen, zenuwcellen,
voortplantingscellen?
- 178 Welke kunnen de
geslachtschromosomen in een bevruchte eicel van de mens zijn?
- 179 Hoe
heet de buitenste laag van de opperhuid?
- 180 In de opperhuidcellen
van een blad kan fotosynthese plaatsvinden. Juist /onjuist
- 181 Door welke organen
gaat het transport van water en zouten in een plantenstengel?
- 182 Gaat het transport van
water en zouten in de vaatbundels die aan de binnenkant of buitenkant liggen?
- 183 Als een mens ouder
wordt, veranderen de percentages beenaarde en lijmstof in zijn beenderen. Hoe?
- 184 Hoe komt de stevigheid
van kruidachtige planten tot stand?
- 185 Voorgeweekte zaden
onder water kiemen niet door een zuurstofgebrek. Juist / onjuist
- 186 Tijdens het
samentrekken van een spier heeft in die spier stofwisseling plaats. Hierbij vindt de
omzetting plaats van glucose en zuurstof in kooldioxide, water en energie. Juist / onjuist
- 187 Bij een plant verdampt
een deel van het opgenomen water, een ander deel wordt gebruikt voor de
koolstofassimilatie. Juist / onjuist
- 188 Een afgesneden stengel
van een witbloeiende dahlia wordt in roodgekleurd water geplaatst. Na enige tijd hebben de
kroonbladeren een rode schijn gekregen. De conclusie uit deze proef is: door de zuigkracht
van de bladeren wordt het gekleurde water omhoog getransporteerd. Juist / onjuist
- 189 Bij een proefpersoon
worden op drie verschillende plaatsen de bloeddruk gemeten: in de aorta, de haarvaten in
de dikke teen en in de onderste holle ader. De resultaten waren 20,70 en 150 mm kwikdruk.
Bij welke bloedvaten horen deze meetresultaten?
- 190 Als de boezems zich
samentrekken zijn de hartkleppen dicht. Juist / onjuist
- 191 Noem
een ader die zuurstofarm is maar wel rijk aan glucose is.
- 192 Bevat dit slagadertje
zuurstofrijk bloed?
- 193 Reservestof wordt bij
de mens o.a. opgeslagen als vet in het beenmerg. Juist / onjuist
- 194 Iemand kan blind zijn
als zijn gezichtscentrum in de grote hersenen uitgeschakeld is. Juist / onjuist
- 195 Bij het ruggenmerg
bevinden de cellichamen van de gevoelszenuwen zich aan de rugzijde van het lichaam. Juist
/ onjuist
- 196 Bij
schrik stijgt de hoeveelheid glucose in het bloed, doordat de bijnieren meer adrenaline
produceren. Juist / onjuist
- 197 Wat gebeurt eerst:
ontstaan van placenta of reductiedeling?
- 198 Wanneer we de iris van
iemands oog willen bekijken kan deze iris het best zo groot mogelijk zijn. Dit kunnen we
bereiken door sterk licht op zijn oog te laten vallen, zodat de pupil groot is. Juist /
onjuist
- 199 In het maagsap van de
mens bevindt zich een enzym voor de vertering van welke voedingsstof?
- 200 De amoebe neemt
voedsel van buiten op en verteert dit inwendig. Waardoor vinden deze processen plaats?
-
- Antwoorden 151 - 200
- 151 afgesloten
- 152 juist
- 153 urineleider
- 154 onjuist
- 155 juist
- 156 hypofyse, bijnieren en.
- 157 onjuist
- 158 juist
- 159 onjuist
- 160 juist
- 161 juist
- 162 onjuist
- 163 twaalfvingerige
darm
- 164 vetten
- 165 dunne
darm
- 166 water
uit de kieuwspeten van de vis
- 167 juist
- 168 juist
- 169 onjuist
- 170 elk
stadium vindt gaswisseling via de huid plaats
- 171 juist
- 172 juist
- 173 juist
- 174 juist
- 175 ovulatie:
ongeveer 14 dagen na begin vorige menstruatie. Menstruatie ongeveer 28 dagen
na begin vorige menstruatie.
- 176 baarmoederslijmvlies
- 177 Alle cellen
- 178 XX of XY
- 179 hoornlaag
- 180 onjuist
of het moet in een huidmondje zijn.
- 181 houtvaten
- 182 binnenkant
- 183 eenderaarde
neemt toe en lijmstof neemt af
- 184 turgor
- 185 juist
- 186 juist
- 187 juist
- 188 juist
- 189 aorta 150, haarvaten 70 en onderste
holle ader 20
- 190 onjuist
- 191 de
poortader
- 192 zuurstofrijk
- 193 juist. In het gele beenmerg
- 194 juist
- 195 juist
- 196 juist
- 197 slechte vraag. Vanuit de moeder
gezien eerst reductiedeling en vanuit het kind eerst placenta )de placenta is
voor de helft van moeder en voor de andere helft van de foetus.
- 198 onjuist
- 199 eiwit
- 200 celmembraan
-
-
-
Naar begin pagina
-
-
- Vragen 201 – 250
- 201 Bij diepe inademing is
het middenrif afgeplat. Juist / onjuist
- 202 Op
welke manier verversen insecten hun lucht?
- 203 Noem 3 kenmerken van
insectenbloemen.
- 204 Als we bij de mens
eicellen vergelijken met spermacellen dan zijn ze bijna even groot. Juist / onjuist
- 205 Eicellen en
spermacellen zijn even beweeglijk. Juist / onjuist
- 206 Eicellen en
spermacellen hebben hetzelfde aantal chromosomen. Juist / onjuist
- 207 Eicellen en
spermacellen worden in even grote aantallen geproduceerd. Juist onjuist
- 208 Welke van de volgende
organen ligt bij de mens geheel in de buikholte: slokdarm - aorta - poortader?
- 209 In
welk deel van het hart mondt bloed uit de bovenste holle ader uit?
- 210 Alleen autotrofe
organismen nemen zuurstof op. Juist / onjuist
- 211 Bij fotosynthese komt
zuurstof vrij en bij verbranding is zuurstof nodig. Juist / onjuist
- 212 Aan het begin van de
aorta en de longslagader zitten kleppen. Juist / onjuist
- 213 Als de kamers zich
samentrekken zijn de kleppen aan het begin van de aorta en de longslagader open. Juist /
onjuist
- 214 De stevigheid van
houtachtige planten wordt voornamelijk bepaald door de verdikte wanden. Juist / onjuist
- 215 In
welke reservestof wordt glucose in veel wortels van planten omgezet?
- 216 Welk deel van het
centrale zenuwstelsel regelt de samenwerking van de spieren bij het lopen?
- 217 In welk
orgaan vindt innesteling van het zich ontwikkelende embryo
plaats?
- 218 Welk
deel van het zenuwstelsel
of welke delen kunnen betrokken
zijn bij een reflex?
- 219 Als de ooglens een zo
plat mogelijke vorm heeft, op welke afstand is het oog dan ingesteld?
- 220 Zit er veel of weinig
koolstofdioxide in de poortader?
- 221 Bevat de poortader na
een koolhydraatrijke maaltijd veel of weinig glucose?
- 222 Alle slagaders zijn
zuurstofrijk. Juist / onjuist
- 223 Alle aders zijn
koolstofdioxiderijk. Juist / onjuist
- 224 Welk orgaan in de
buikholte is de opslagplaats van onder andere glycogeen?
- 225 Door welk hormoon kan
glucose worden omgezet in glycogeen?
- 226 Iemand mist dit
hormoon. Hoe heet de ziekte die deze persoon heeft?
- 227 Op welke manier kan
deze persoon toch voldoende hormoon binnenkrijgen?
- 228 Waarom worden sommige
medicijnen via een spuit toegediend en kunnen zij niet in tabletvorm worden
ingenomen?
- 229 Welk type gewricht kom
je wel in de onderarm tegen maar niet in het onderbeen?
- 230
Waardoor wordt tijdens het slikken de neusholte afgesloten?
- 231 Uit welke twee stoffen
bestaat botweefsel?
- 232 Welke van de twee
stoffen in botweefsel geeft stevigheid en welke zorgt voor de elasticiteit?
- 233 Onze huid heeft
verschillende functies. Noem er drie.
- 234 Bevat vruchtwater
cellen van de pasgeborene, van de moeder of van allebei?
- 235 Welke drie fasen zijn
er te onderscheiden bij een geboorte?
- 236 Waar kan glycogeen nog
meer opgeslagen worden dan in de lever?
- 237 Welk
hormoon zorgt ervoor dat iemand binnen zeer korte tijd glucose in
het bloed krijgt?
- 238 Welk hormoon zorgt
ervoor dat het hart sneller gaat kloppen als iemand schrikt?
- 239 Wat gebeurt er met de
bloedvaten wanneer iemand een sigaret rookt?
- 240 De pupil is eigenlijk
een gat. Juist / onjuist
- 241 De pupilreflex wordt
aangestuurd door de kleine hersenen. Juist / onjuist
- 242 Een persoon die teveel
alcohol heeft gedronken ademt alcoholdamp uit dat uit het bloed komt. Juist / onjuist
- 243
Waardoor kan er de mens vooral snel gaswisseling plaatsvinden: door de
oppervlakje van alle longblaasjes of door de inhoud van de longen?
- 244 Hoe heet het
plantaardig materiaal dat zorgt voor een snellere darmwerking?
- 245 Welk onderdeel uit de
wand van een plantaardige cel verteert bij mensen heel slecht?
- 246 Noem de zes
voedingsstoffen.
- 247 In welke groepen
worden deze voedingsstoffen ingedeeld?
- 248 Welke van de
brandstoffen kan niet als reserve omgezet en opgeslagen worden in het menselijk lichaam?
- 249 Zetmeelkorrels zijn
cellen. Juist / onjuist
- 250 Zetmeel kan met jodium
aangetoond worden. Geef een andere naam voor aantoonstof.
-
-
- Antwoorden 201 – 250
- 201 juist
- 202 ze maken pompende bewegingen
met hun lichaam
- 203 meeldraden en stampers binnen
een grote bloem / opvallend gekleurde
kroonbladeren / een aantrekkelijke geur
- 204 onjuist
- 205 onjuist
- 206 juist
- 207 onjuist
- 208 poortader
- 209 in de rechterboezem
- 210 onjuist
- 211 juist
- 212 juist
- 213 juist
- 214 juist
- 215 er zit zetmeel in.
- 216 het bewegingscentra.
- 217 de baarmoeder.
- 218 gevoelscentra, de hersenstam en de grote
hersenen.
- 219 ver weg
- 220 veel
- 221 veel
- 222 onjuist
- 223 onjuist
- 224 lever en spieren
- 225 insuline en glucagon
- 226 suikerziekte, diabetes.
- 227 door het inspuiten van insuline.
- 228 anders wordt het niet in het bloed
opgenomen.
- 229 rolgewricht.
- 230 de huig
- 231 kraakbeen, kalkzouten.
- 232 kraakbeen voor elasticiteit en kalkzout voor
de stevigheid.
- 233 bescherming tegen invloeden van buiten,
houdt waterverlies tegen, warmte regeling.
- 234 allebei
- 235 ontsluiting, uitdrijving,
nageboorte
- 236 in de spieren
- 237 glucose
- 238 adrenaline
- 239 raken verstopt
- 240 juist
- 241 juist
- 242 onjuist
- 243 door de oppervlakte van alle
longblaasjes
- 244 vezels
- 245 vezels
- 246
mineralen, vetten, vitamines, water, koolhydraten, zetmeel
-
-
-
Naar begin pagina
-
-
- Vragen 251 – 300
- 251 Welke stoffen worden
door spijsverteringssappen uit de alvleesklier verteerd?
- 252 Op
welke plaats in de botten kunnen vetten opgeslagen worden?
- 253 Waar wordt gal
opgeslagen?
- 254 In de
blinde- en dikke darm helpen bacteriën mee bij de vertering van plantencellen. Juist / onjuist
- 255 In de dikke darm wordt
het water uit de voedselbrij omgezet in uitwerpselen. Juist / onjuist
- 256 Voor kieming van bonen
is zuurstof nodig. Juist / onjuist
- 257 Als de spieren van het
middenrif zich samentrekken beweegt het middenrif. Wordt de borstholte dan groter of
kleiner?
- 258 Via
welk orgaan vindt bij ééncelligen
gaswisseling plaats?
- 259 De functie van het
pigment in de opperhuid van de mens is bescherming tegen UV-straling van de zon. Juist /
onjuist
- 260 Zijn
wanneer de haarspieren de haren overeind trekken, de
haarvaten in de huid dan wijder of nauwer?
- 261 In
welke organen in het menselijk lichaam worden vetverterende enzymen
geproduceerd?
- 262 Het genotype wordt
bepaald door fenotype en door het milieu. Juist / onjuist
- 263 Wanneer noemen we een
gen dominant?
- 264 Wat bedoelen we met:
het resultaat is intermediair?
- 265 Als de ouders in één
eigenschap van elkaar verschillen, hoe noemen we dan zo'n kruising?
- 266 Wat betekent de term
recessief?
- 267 De
zaadcellen van de man bepalen het
geslacht van het kind bij de bevruchting. Juist / onjuist
- 268
Bepaalde planten hebben witte of rode bloemen. Rood is dominant. Welke kleur
bloemen hebben heterozygote
planten?
- 269 Waar bevinden de
chromosomen zich precies?
- 270 Welke
functie heeft de buis van Eustachius?
- 271 In
welke huidlaag worden nieuwe cellen gemaakt die naar buiten toe afsterven?
- 272 Alle cellen in het
menselijk lichaam hebben 23 chromosomen. Juist / onjuist
- 273 Bij runderen is
zwartbont dominant over rooibont. Met welke letters wordt het genotype voor roodbont
geschreven?
- 274 Geef
de naam van het deel van het oog dat lichtprikkels omzet in impulsen.
- 275 In
welk deel van het oor worden geluidsprikkels omgezet in impulsen?
- 276 Wanneer alleen zijn de
chromosomen zichtbaar?
- 277 Een
waterbak worden enkele vissen gedaan. De bak wordt luchtdicht
afgesloten. De temperatuur blijft constant. Wat zal er gebeuren met de hoeveelheid
zuurstof in het water?
- 278 En met de hoeveelheid
koolstofdioxide?
- 279 Bevat de kieuwslagader
zuurstofrijk of zuurstofarm bloed?
- 280 In welke
huidlaag wordt de inkt bij een tatoeage die het hele leven zichtbaar blijft, aangebracht?
- 281
Talgkliertjes produceren talg. Wat is de functie van
de talg?
- 282 Als de stuifmeelbuis
ongeveer halverwege de stijl is gegroeid heeft er dan bestuiving plaats gevonden?
- 283 En
heeft de kern die in deze stuifmeelbuis zit al voor bevruchting gezorgd?
- 284 Wat vindt het eerder
plaats: ovulatie of rijping van de eicel in een eierstok?
- 285 Hoe heet het proces
waarbij eicel en spermacel versmelten?
- 286 Hoe heet het proces
waarbij de bevruchte eicel zich deelt zodat er twee cellen ontstaan?
- 287 Hoe heet het proces
waarbij eicellen en spermacellen ontstaan?
- 288 Bij een
één-eiige
tweeling zijn de kinderen altijd van hetzelfde geslacht. Juist / onjuist
- 289 Een spiercel van een
volwassen man bevat een X - chromosoom en één Y -chromosoom. Juist / onjuist
- 290
Hoeveel chromosomen kom je in een spiercel van een vrouw tegen?
- 291 Zit in de linkerhelft
van het hart zuurstofrijk of zuurstofarm bloed?
- 292 Spelen de nieren een
rol bij de vertering van voedsel?
- 293 Wat is de betekenis
van het kauwen?
- 294 In welk deel van het
darmkanaal wordt het verteerde voedsel in het bloed opgenomen?
- 295 In welk orgaan komen
voedselresten nadat ze de
dikke darm gepasseerd zijn?
- 296 Welk gas ademen we
als gevolg van de verbranding meer uit dan in?
- 297 Hoe
heten de spierbewegingen die het voedsel door het verteringsstelsel duwen?
- 298 Worden er in de dikke
darm nog spijsverteringssappen afgescheiden?
- 299 Geef
de naam van het orgaan dat niet goed functioneert als iemand diaree heeft.
- 300 Welke
energierijke stof ontstaat er tijdens de
fotosynthese?
-
-
- Antwoorden 251 300
- 251 koolhydraten
- 252 in het geel beenmerg
- 253 in de galblaas
- 254 juist
- 255 onjuist
- 256 juist
- 257 de borstholte wordt groter
- 258 via het celmembraan
- 259 juist
- 260 nauwer
- 261 in de alvleesklier en in
de darmsapklieren
- 262 onjuist
- 263 als het gen overheerst en
tot uitdrukking komt in het fenotype
- 264 de beide genen zijn even sterk
- 265 een kruising met
heterozygote ouders
- 266 alleen als het dominant is
- 267 juist
- 268 rode
- 269 in de celkern / in het
dna
- 270 ervoor zorgen dat de druk
in de trommelholte gelijk blijft met de luchtdruk buiten
- 271 in de kiemlaag
- 272 onjuist
- 273 met kleine letters
- 274 het netvlies
- 275 in het slakkenhuis
- 276 vlak vóór de celdeling
- 277 zal afnemen
- 278 neemt toe
- 279 zuurstofarm bloed
- 280 in de lederhuid
- 281 talg houdt de huid vettig en soepel
- 282 ja, er heeft wel bestuiving
plaatsgevonden
- 283 nee, want de eicel zit nog
veel lager
- 284 rijping van een eicel
- 285 bevruchting
- 286 gewone celdeling/mitose
- 287 reductiedeling/meiose
- 288 juist
- 289 juist
- 290 46
- 291 zuurstofrijk
- 292 nee
- 293 voedsel in kleinere stukjes maken
- 294 in de dunne darm
- 295 de endeldarm
- 296 koolstofdioxide
- 297 peristaltiek/peristaltische
bewegingen
- 298 nee
- 299 de dikke darm
- 300 er ontstaat glucose
-
-
-
Naar begin pagina
-
-
- Vragen 301 – 350
- 301 Hoe heten bloedvaten
die de pompwerking van het hart meekrijgen?
- 302 Als het middenrif
omhoog gaat is er dan sprake van een inademing of van een uitademing?
- 303 En als de ribben
omlaag gaan?
- 304 Wat is een enzym?
- 305 Waar werkt het enzym
amylase in speeksel op in?
- 306 Waar loopt een
longslagader naar toe?
- 307 Geef de
reactievergelijking voor de langzame verbranding.
- 308 Tussen welke twee
organen zit de poortader?
- 309 Welke kleur krijgt een
longader in kleurentekeningen?
- 310 Wat is de vorm van een
rode bloedcel?
- 311 Op welke
voedingsstoffen werkt alvleessap in?
- 312 Welke functie heeft de
dikke darm?
- 313 Wat vindt er in de
longblaasjes plaats?
- 314 Hoe heet de
scheidingswand tussen de borstholte en de buikholte?
- 315 Welke kringspier
is de uitgang van de maag?
- 316 Waar treffen we een
trilhaarslijmvlies aan?
- 317 Wat zijn stigma's?
- 318 Waarom hoeft glucose
niet verteerd te worden?
- 319 Waar kan zetmeel
worden verteerd?
- 320 Welke delen in
het de dunne darm zorgen voor een oppervlaktevergroting?
- 321 Vervoert het bloed van
insecten zuurstof?
- 322 Op
welke plaatsen wordt lymfe gezuiverd?
- 323 Wat kan de huig
afsluiten en wanneer gebeurt dat?
- 324 Vervoert bloedplasma
hormonen?
- 325 Wat ligt in de hals
aan de voorzijde: de luchtpijp of de slokdarm?
- 326 Wat verstaat men onder
vertering?
- 327 Welk
hormoon regelt andere hormoonklieren?
- 328 In een paddenstoel
worden organische stoffen omgezet in anorganische. Juist / onjuist
- 329 Geeft een plant met
bladgroen in het donker koolstofdioxide af?
- 330 Fotosynthese kan
alleen plaatsvinden in landplanten. Juist / onjuist
- 331 In een grasplant
worden organische stoffen omgezet in anorganische stoffen. Juist / onjuist
- 332 Gaan er
assimilatieproducten door de bloemsteel van de paardenbloem?
- 333 De bloeddruk in de
longslagader is hoger dan die in de longader. Juist / onjuist
- 334 Waardoor vermagert een
egel tijdens de winterslaap sterk?
- 335 De energie voor de
fotosynthese wordt geleverd door licht. Juist / onjuist
- 336 In een regenworm
worden organische stoffen omgezet in anorganische. Juist / onjuist
- 337 Bastvaten liggen in de
stengel aan de buitenkant. Juist / onjuist
- 338 Gaan er
assimilatieproducten door de wortel van een paardenbloem?
- 339 Een plant kan door
fotosynthese in gewicht toenemen. Juist / onjuist
- 340 Waar is het
koolstofdioxidegehalte van het bloed het hoogst: in de longslagader of in de longader?
- 341 In de lever wordt
insuline geproduceerd. Juist / onjuist
- 342 Nierschors en niermerg
spelen een rol bij de vorming van urine. Juist / onjuist
- 343 In de lever worden
rode bloedcellen afgebroken. Juist / onjuist
- 344 De
cellichamen van gevoelszenuwcellen liggen in de zenuwknoop aan de rugzijde. Juist / onjuist
- 345 Geslachtshormonen
kunnen het uiterlijk van een mens veranderen. Juist /onjuist
- 346 Langs welke weg worden
stoffen uit de nieren afgevoerd?
- 347 In
welk type transportvaten worden water en producten van de fotosynthese naar
beneden vervoerd?
- 348 Tijdens de kieming van
een zaad wordt zetmeel omgezet in glucose. Vindt dit ook plaats bij een volwassen plant?
- 349 Wordt bij de kieming
van een zaad zuurstof opgenomen?
- 350 Van
welke twee factoren is de werking van enzymen afhankelijk?
-
-
- Antwoorden 301 – 350
-
301 slagaders
- 302 inademing
- 303 uitademing
- 304 enzymen zijn speciale eiwitten waardoor
speciale reacties worden versneld
- 305 werkt in op zetmeel
- 306 splitst zich naar 2 bloedvaten, een naar
elke long
- 307 glucose + zuurstof -> koolstofdioxide +
water + energie
- 308 tussen lever en de dunne darm
- 309 rood
- 310 rond
- 311 eiwitten, koolhydraten en vetten
- 312 neemt water terug uit de voedselbrij
- 313 nemen lucht op en door longhaarvaten wordt
zuurstof opgenomen in het bloed
- 314 middenrif
- 315 de maagportier
- 316 neusholte
- 317 opening van tracheeën in het achterlijf van
een insect
- 318 omdat het in het bloed opgenomen wordt
- 319 in de mond
- 320 darmvlokken
- 321 nee
- 322 in lymfeklieren
- 323 als je slikt, sluit de neusholte af
- 324 ja
- 325 luchtpijp voor de slokdarm
- 326 vertering is het kleiner en
oplosbaar maken van voedingstoffen en opnemen in het bloed
- 327 hypofysehormoon
- 328 juist
- 329 ja
- 330 onjuist
- 331 onjuist
- 332 ja
- 333 juist
- 334 omdat hij dan niet eet
- 335 juist
- 336 juist
- 337 juist
- 338 ja
- 339 onjuist
- 340 longader
- 341 onjuist
- 342 juist
- 343 juist
- 344 juist
- 345 juist
- 346 langs de urineleiders
- 347 in bastvaten
- 348 ja
- 349 nee
- 350 van de
temperatuur en van de zuurgraad
-
-
-
Naar begin pagina
-
-
- Vragen 351 – 400
- 351 Waar in het oog van de
mens bevinden zich spieren die de hoeveelheid binnenvallend licht regelen?
- 352
Spieren gebruiken voornamelijk eiwitten als bouwstof. Juist / onjuist
- 353 Noem twee functies van
het maagsap.
- 354 Bij de mens bevat de
ingeademde lucht minder kooldioxide dan de uitgeademde lucht. Juist / onjuist
- 355 Kan er in een houtvat
sprake zijn van turgor?
- 356 Welke beenverbinding
treffen we bij ribben en borstbeen aan?
- 357 Vindt in de gekleurde
kroonbladeren van een bloem verbranding plaats?
- 360 Bloed stroomt van
een kuitspier terug naar dezelfde kuitspier. Het bloed gaat daarbij
2x door het hart. Juist / onjuist
- 361 Wat is het gevolg Als
men de lange uitloper van een bewegingszenuwcel doorsnijdt?
- 362 Is de metamorfose van
de vlinder volledig of onvolledig?
- 363 Iemand
gaat vanuit het donker in het licht. Welke reflex treedt er nu in het oog op?
- 364 Als licht op de blinde
vlek valt ontstaan er dan impulsen in de oogzenuw?
- 365 Wat wordt er onder
accommoderen verstaan?
- 366 Als bij een mens een
eicel niet bevrucht wordt, gaat deze verloren. Dit gebeurt tijdens de menstruatie. Juist /
onjuist
- 367 Dekweefsel komt bij
planten en dieren voor. Juist / onjuist
- 368 De luchtpijp ligt voor
de slokdarm. Juist / onjuist
- 369 Welk soort gewricht
bevindt zich tussen het opperarmbeen en de ellepijp?
- 370 Welk soort gewricht
bevindt zich tussen het spaakbeen en de ellepijp?
- 371 Is er voor
fotosynthese licht nodig?
- 372 Is er voor
fotosynthese zuurstof nodig?
- 373 Er bestaan planten met
bonte bladeren. Deze bladeren zijn dan bijvoorbeeld geel en groen.
- 374 In welk deel vindt
fotosynthese plaats?
- 375 In welk deel van
planten met bonte bladeren vindt verbranding plaats?
- 376 Ademen vissen
koolstofdioxide uit?
- 377 Hebben aquariumplanten
koolstofdioxide nodig?
- 378 Stijgt
of daalt het
koolstofdioxidegehalte van het water in een aquarium, met slechts groene
planten en in het donker?
- 379 Hoe wordt een deel van
een organisme met een of meerdere functies genoemd?
- 380 Geef een andere naam
voor een groep cellen met dezelfde vorm en taak.
- 381 Welk deel van de
microscoop regelt de hoeveelheid licht?
- 382 Hoe noemen we een voor
microscopie klaargemaakt object?
- 383 Welk celonderdeel
bevat vocht en heeft een vergelijkbare functie met de nieren?
- 384 Wat is
de naam van de zintuigjes die smaakprikkels omzetten in impulsen?
- 385 Welke
indicator wordt er gebruikt voor het aantonen van koolstofdioxide?
- 386 Hoe heet de stroperige
vloeistof die we in een cel tegenkomen en waarin allerlei stoffen zijn opgelost?
- 387 Een ui bestaat uit een
aantal uirokken. Wat zijn deze uirokken eigenlijk?
- 388 In
welk deel van de ogen bevinden zich de meeste bloedvaatjes?
- 389 Wat is de functie van
de celkern?
- 390 Geef een andere naam
voor langgerekte dunne draadjes, die we in de celkern tegenkomen.
- 391 Met
welke plek in het netvlies worden kleuren het beste gezien?
- 392 Bij welke celdeling
wordt het aantal chromosomen gehalveerd?
- 393 Waarom vindt deze
halvering plaats?
- 394 Waarom bestaan er in
een lichaamscel van elk chromosoom twee stuks?
- 395 Zet de volgende
ontwikkelingsreeks in de juiste volgorde: groei kerndeling celdeling.
- 396 Hoe heet de stof in
een chromosoom waarin alle erfelijke eigenschappen liggen opgeslagen?
- 397 In welke vier rijken
worden organismen ingedeeld?
- 398 Op welke vier
kenmerken wordt gelet bij de indeling van alle organismen?
- 399 Wanneer behoren twee
organismen tot dezelfde soort?
- 400 Hoe worden de
gewervelde dieren verder ingedeeld?
-
-
- Antwoorden 351 400
- 351 in de iris
- 352 juist
- 353 het verdelen van voedselbrokken ,en verteren van eiwitten.
- 354 juist
- 355 nee
- 356 kraakbeen verbindingen
- 357 ja.
- 360 juist
- 361 dan raakt dat deel verlamd.
- 362 volledig
- 363 de pupilreflex
- 364 nee
- 365 het bollen of hollen van de lens om verder of dichter bij
scherper te kunnen zien.
- 366 onjuist
- 367 onjuist
- 368 juist
- 369 schanier gewricht
- 370 rol gewricht
- 371 ja
- 372 nee
- 373 juist.
- 374 bladgroenkorrels
- 375 overal behalve in de wortelen.
- 376 ja
- 377 ja
- 378 het stijgt
- 379 orgaan
- 380 weefsel
- 381 het lampje of spiegelt3je
- 382 een preparaat
- 383 cel plasma
- 384 smaakpapillen
- 385 helder kalkwater
- 386 cel plasma
- 387 een groepje cellen, kroonblad.
- 388 in het vaatvlies
- 389 het besturen van een cel en zijn groei.
- 390 chromosomen
- 391 met de gele vlek
- 392 geslachtsceldeling.
- 393 samen zijn de mannelijke + de vrouwelijke geslachtscellen weer
1 volledige cel.
- 394 omdat je er een van je vader en een van je moeder mee krijgt
- 395 kerndeling celdeling groei
- 396 DNA
- 397 planten dieren bacteriën en schimmels
- 398 op celkern bladgroenkorrels celwand en of ze een of meercellig
zijn .
- 399 als ze dezelfde kenmerken hebben.
- 400 zoogdieren amfibieën reptielen vogels
vissen.
-
-
-
Naar begin pagina
-
-
- Vragen 401 – 450
- 401 Noem
twee kenmerken van cellen waarop gelet wordt bij de indeling van organismen?
- 402 Wat verstaat men onder
een reductiedeling?
- 403 Hoeveel chromosomen
tref je aan in voortplantingscellen?
- 404 Waarom gaan de
chromosomen bij een reductiedeling tegenover elkaar in het middenvlak liggen?
- 405 Welke drie functies
heeft de prostaat?
- 406 Waar worden zaadcellen
(tijdelijk) opgeslagen?
- 407 Uit welke drie dingen
bestaat sperma?
- 408 Op welke plaats vindt
bevruchting bij de mens plaats?
- 409 Is er dan ook al
bekend of het nieuwe embryo een jongen of een meisje is?
- 410 Welke reden kun je
noemen voor het feit dat de eicel zo groot is?
- 411 Kunnen eicellen
bewegen?
- 412 Hoe komt een bevruchte
eicel via de eileider in de baarmoeder terecht?
- 413 Welk deel blijft in de eierstokken
achter en gaat ten gronde als er geen bevruchting heeft
plaatsgevonden?
- 414 Met welk
voorbehoedmiddel kun je de ovulatie verhinderen?
- 415 Welke werkzame stoffen
zitten er in de pil?
- 416 Waarom hoeft de pil
maar drie weken geslikt te worden?
- 417 Wat doet het gele
lichaam nadat een eicel bevrucht is?
- 418 Welke hormoonklier
zorgt ervoor dat er geen nieuwe follikels meer rijpen in de eierstokken?
- 419 Bepaalde soas
kun je oplopen via besmette lakens. Juist / onjuist
- 420 Via welk
bloedvat of welke bloedvaten in de navelstreng krijgt het embryo voedingsstoffen?
- 421 Welke twee functies
heeft het vruchtwater?
- 422 Wat wordt er verstaan
onder een nageboorte?
- 423 Hoe wordt het
uiterlijk van een organisme ook wel genoemd?
- 424 Wat is een gen?
- 425 Geef een andere term
voor "sterke eigenschap die de ander overheerst".
- 426 Geef een andere term
voor het feit dat een organisme twee dezelfde genen bezit voor een eigenschap.
- 427 Uit welke vier delen
bestaat het centrale zenuwstelsel?
- 428 Wat zijn impulsen?
- 429 Met welke term worden
veranderingen in de omgeving aangeduid?
- 430 Welke zenuwcellen
geleiden impulsen naar het ruggenmerg toe?
- 431 Naar welke twee typen
organen worden impulsen geleid die via een bewegingszenuw lopen?
- 432 Noem drie soorten
stoffen die de werking van de hersenen beïnvloeden.
- 433 Wat is een reflex?
- 434 Welke twee soorten
klieren kun je noemen?
- 435 Wat is de functie van
de hypofyse?
- 436 Waar wordt insuline
geproduceerd?
- 437 Welke hormoon wordt in
de bijnieren gemaakt?
- 438 Waarvoor zorgt dit
hormoon?
- 439 Zet de volgende
begrippen in de juiste volgorde van een hoog organisatieniveau naar een laag
organisatieniveau: populatie individu ecosysteem levensgemeenschap.
- 440 Wat versta je onder
het milieu?
- 441 Hoe worden invloeden
genoemd die afkomstig zijn van de levenloze natuur?
- 442 Waarmee begint elke
voedselketen?
- 443 Hoe worden organismen
genoemd die zelf hun voedsel kunnen maken?
- 444 Hoe worden organismen
genoemd die afhankelijk zijn van andere organismen?
- 445 Welk celonderdeel
moeten autotrofe organismen in hun bezit hebben?
- 446 Een voedselketen
begint altijd met een producent. Juist / onjuist
- 447 Consumenten van de
tweede orde zijn altijd afhankelijk van consumenten van de eerste orde. Juist / onjuist
- 448 Voedingszouten in de
bodem worden door de producenten gebruikt. Juist / onjuist
- 449 Alle consumenten van
de eerste orde zijn planteneters. Juist / onjuist
- 450 Afvaleters worden ook
wel reducenten genoemd. Juist / onjuist
-
-
- Antwoorden 401 – 450
- 401 wel of
geen celwand - wel of geen bladgroenkorrels - wel of geen celkern - wel of
geen vacuoles
- 402 aantal chromosomen vermindert tot de helft
- 403 23
- 404 dan kunnen ze delen
- 405 voedingsstoffen aan de zaadcellen toevoegen
-
urineblaas afsluiten tijdens erecties - vocht toevoegen
- 406 in bijballen
- 407 kop - hals - zweepstaart
- 408 in de eileiders
- 409 ja, maar de mensen weten dat niet
- 410 bevat veel reservevoedsel
- 411 nee, ze kunnen niet zelf bewegen
- 412 ze worden vervoerd naar de eileider
- 413 de eicel
- 414 pil
- 415 hormonen
- 416 pauzeweek: dan kun je ongesteld worden
- 417 die blijft bestaan
- 418 hypofyse
- 419 juist
- 420 navelstrengader
- 421 bescherming tegen stoten - uitdroging en
temperatuurverschillen
- 422 uitdrijving van de placenta - vruchtvliezen
en navelstreng
- 423 fenotype
- 424 een deel van een chromosoom dat de
informatie bevat voor een enkele erfelijke eigenschap
- 425 dominant gen
- 426 homozygoot
- 427 hersenstam - grote hersenen - kleine hersenen
-
ruggenmerg
- 428 soort elektrische signalen
- 429 mutatie
- 430 uitlopers
- 431 zenuwen - bewegingszenuwcellen
- 432 alcohol, drugs, medicijnen
- 433 vaste, snelle, onbewuste reactie op een
bepaalde prikkel
- 434 schildklier, bijnieren
- 435 hormonen afgeven aan het bloed
- 436 alvleesklier
- 437 adrenaline
- 438 extra glucose
- 439 individu populatie
levensgemeenschap ecosysteem
- 440 de omgeving waarin het dier leeft
- 441 autotroof
- 442 producenten
- 443 reducenten
- 444 consumenten
- 445 bladgroenkorrels
- 446 juist
- 447 juist
- 448 onjuist
- 449 onjuist
- 450 juist
-
-
-
Naar begin pagina
-
-
- Vragen 451 – 500
- 451 Geen twee voorbeelden
van reducenten.
- 452 Op welke manier komt
er opnieuw koolstof in de kringloop terecht?
- 453 Bij welk proces
is er koolstof in de vorm van CO2 nodig?
- 454 Welke
andere stof is er bij dit proces nodig?
- 455 Dode resten van
planten bevatten een heleboel stikstof. Op welke manier komt dit weer in de lucht?
- 456 Welk gas komt er vrij
bij het rottingsproces van bijvoorbeeld een dood dier?
- 457 In welke stof komen we
in de bodem stikstof tegen?
- 458 Waarom zal een dier
bovenaan in de voedselpiramide eerder doodgaan aan gifstoffen dan de organismen
eronder?
- 459 Geef de andere term
voor opeenhoping van gifstoffen in de voedselpiramide.
- 460 Wat geeft een
optimumkromme weer?
- 461 Het
weer is voor planten een abiotische factor. Juist / onjuist
- 462 De mens gebruikt zijn
milieu om er bijvoorbeeld water aan te onttrekken. Noem nog twee andere taken van ons milieu.
- 463 Een
nadeel van chemische bestrijdingsmiddelen is dat ze in de bodem blijven zitten.
Juist / onjuist
- 464 Geef een
voordeel van
biologische bestrijding.
- 465 Wat betekent de
afkorting K.I.?
- 465 Hoe noemen we de
mogelijkheid dat bijvoorbeeld een oppervlaktewatertje heeft om uit zichzelf weer schoon te
worden?
- 466 Wanneer is er sprake
van eutrofiering (=overbemesting) van het water?
- 467 Welk nadeel voor de
andere organismen kun je noemen als er teveel algen in het water komen?
- 468 Bij
pasteuriseren wordt tot boven de 100 graden verwarmd zodat de meeste bacteriën
dood gaan. Juist / onjuist
- 469 Welke functies
kunnen er
door eiwitten vervuld worden?
- 470 Geef een andere naam
voor zouten.
- 471 Welke van de zes
voedingsstoffen vervullen een taak als brandstof?
- 472 Noem
drie adviezen
voor een gezonde voeding.
- 473 Welke functie vervult
de maag?
- 474 Uit welke
vijf groepen
bestaat de schijf van vijf?
- 475 Welke voedingsstoffen
doen dienst als bouwstof?
- 476 Noem drie functies die
de lever kan vervullen.
- 477 Bevat weefselvloeistof
rode bloedcellen?
- 478 Kunnen er in lymfe
witte bloedcellen voorkomen?
- 479 Hoe noemt men de
kleinste bloedvaten in een orgaan?
- 480 Noem twee stoffen die
hoge bloeddruk kunnen veroorzaken.
- 481 Welk gas wordt bij de
fotosynthese door een plant verbruikt?
- 482 Welk gas of welke
gassen worden bij de verbranding door een mens aan de lucht afgegeven?
- 483 Welk type
ademhalingsorganen kan een kikker gedurende zijn leven gebruiken?
- 484 Hoe heet het laatste
stukje bronchus waaraan een tiental longblaasjes zitten?
- 485 Welke spieren trekken
zich bij borstademhaling samen bij een diepe inademing?
- 486 Noem twee voordelen
van neusademhaling boven mondademhaling.
- 487 Is het water dat uit
een kieuwspleet komt zuurstofrijk of zuurstofarm?
- 488 Noem drie manieren
waarop planten zich op een ongeslachtelijk wijze kunnen voortplanten.
- 489 Waar vindt bij een man
een tijdelijke opslag van de zaadcellen plaats?
- 490 Is voor de kieming van
zaden water nodig?
- 491 Is voor de kieming van
zaden zuurstof nodig?
- 492 Hoe heten in het
lichaam van een de buizen voor de afvoer van zaadcellen van de teelballen naar de
urinebuizen?
- 493 Wat verstaat men onder
de term bevruchting?
- 494 Bij een vrouw wordt
een eicel bevrucht. Gaat de ovulatie daarna door?
- 495 En de menstruatie?
- 496 Hoe heet het bloedvat
in een navelstreng dat bloed vervoert vanaf de placenta naar het embryo?
- 497 Wordt hierin
zuurstofrijk of koolstofdioxiderijk bloed vervoerd?
- 498 Hoe
heet de
celdeling waarbij twee nieuwe cellen ontstaan met hetzelfde aantal chromosomen als de
moedercel?
- 499 In een
lymfevat kom je kleppen tegen. Juist / onjuist
- 500
Ecologie bestudeert waarom er bepaalde organismen op een bepaalde plaats
kunnen leven. Juist / onjuist
-
-
- Antwoorden 450 – 500
- 451
- 452 via verbranding, via de stof
koolstofdioxide
- 453 bij de fotosynthese
- 454 water
- 455 via verdamping
- 456 nitraatgas
- 457 nitraat
- 458 dat dier heeft alle gifstoffen
opgespaard in zijn lichaam
- 459 accumulatie
- 460 de temperatuur waarbij er iets
het beste werkt
- 461 juist
- 462 hij gebruikt het milieu voor
recreatie / haalt er grondstoffen uit
- 463 juist
- 464 er gaan geen andere onnodige
organismen dood
- 465 dit heet het zelfreinigend
vermogen
- 466 als er teveel stikstoffen in
het water opgelost zijn
- 467 dan nemen deze al het licht
weg zodat de waterplanten eronder geen zuurstof meer kunnen produceren
- 468 onjuist
- 469 eiwitten kunnen dienen als:
bouwstoffen - brandstoffen
- 470 mineralen
- 471 koolhydraten - vetten -
eiwitten
- 472 eet niet te veel - eet
gevarieerd - zorg voor goede hygiëne
- 473 het voedsel kneden / eiwitten
verteren / met maagzuur bacteriën doden
- 474 eiwitten / vlees -
koolhydraten / aardappels - groente en fruit / vezels en vitamines - water -
vetten
- 475 alle stoffen kunnen als
bouwstof dienen
- 476 reserves opslaan - giftige
stoffen afbreken - gal produceren
- 477 nee
- 478 ja
- 479 haarvaten
- 480 zouten en cholesterol
- 481 koolstofdioxide
- 482 koolstofdioxide
- 483 de huid - kieuwen - longen
- 484 luchtpijptakje
- 485 tussenribspieren
- 486 de lucht wordt verwarmd - de
lucht wordt vochtig gemaakt - stofdeeltjes worden tegengehouden - je kan
ruiken
- 487 zuurstofarm
- 488 bollen - knollen -
wortelstokken - uitlopers
- 489 in de bijballen
- 490 ja
- 491 ja
- 492 zaadleiders
- 493 de samensmelting tussen een
eicel en een zaadcel
- 494 nee
- 495 ook niet
- 496 navelstrengader
- 497 zuurstofrijk
- 498 gewone celdeling/mitose
- 499 juist
- 500 juist
-
-
-
Naar begin pagina
-
-
- Vragen 501 – 550
- 501 Noem twee
diergroepen
waarbij een uitwendige bevruchting plaatsvindt.
- 502 Hoe heten de
afvoerbuizen van de nieren?
- 503 Waar in een nier wordt
de urine tijdelijk verzameld?
- 504 In welk bloedvat is
het zoutgehalte per ml bloed het hoogst: in een nierader of in een nierslagader?
- 505 Noem een
uitscheidingsproduct van de longen.
- 506 Op welke manieren kan
een mens zijn overtollige vocht kwijtraken?
- 507 Welk hartdeel is het
meest gespierd? Leg uit waarom.
- 508 Waar in het lichaam
worden witte bloedcellen gemaakt?
- 509 Waar worden rode
bloedcellen gemaakt?
- 510 Waar worden rode
bloedcellen afgebroken?
- 511 Welke afvoerbuisjes
raken verstopt bij mee-eters: die van een talgkliertje of die van een zweetkliertje?
- 512 Welke
hormoonklier ligt er in je hoofd?
- 513 In
welk deel van de nieren wordt urine gevormd?
- 514 In
welk orgaan worden zaadcellen gemaakt?
- 515
Waaruit bestaat sperma?
- 516 Noem
twee soorten reducenten.
- 517 Welk
bloedvat verbindt de dunne darmen met de lever?
- 518 In
welk bloedvat stroom bloed van de longen naar het hart?
- 519 Welk
type zenuwcellen bevinden zich in zijn geheel in het centraal zenuwstelsel?
- 520 Geef
de naam van het orgaan dat alcohol afbreekt
- 521 Hoe
worden organismen die hun eigen voedsel maken genoemd?
- 522 Wat is
de functie van fibrinogeen?
- 523 Welk
deel van het bloed transporteert hormonen?
- 524
Waaraan is te zien dat een klier een hormoonklier is?
- 525 Met
welk ander hormoon is adrenaline te vergelijken?
- 526 In
welk orgaan wordt insuline geproduceerd?
- 527 Welke
orgaantjes van de man worden er bij een sterilisatie onderbroken?
- 528 Hoe
wordt een rijpende eicel met erom heen liggende cellen en een vochtblaasje
genoemd?
- 529 Welk
deel in een eierstok geeft hormonen aan de baarmoeder af als de eicel bevrucht
is?
- 530 Wat
wordt er met de bestanddelen van de anticonceptie-pil voorkomen?
- 531 Welk
voorbehoedmiddel beschermt tegen zwangerschap èn tegen een soa?
- 532 Op
welke plaats komt er gal in het verteringskanaal?
- 533 Via
welk orgaan verlaat urine het lichaam?
- 534 Geef
de naam van het proces dat licht gebruikt om er energierijke stoffen van te
maken.
- 535 Voor
de verbranding zijn twee stoffen nodig. Welke stoffen zijn dit?
- 536 In
welk deel van het verteringsstelsel start de vertering?
- 537 Welke
naam kun je geven voor het verdelen van vet in kleinere vetdruppels?
- 538 Wat
doet insuline met suiker?
- 539 Welke
bouwstof is er nodig voor de productie van rode bloedcellen?
- 540 Door
bloedarmoede is iemand snel moe. Aan welk type bloedcellen heeft deze persoon
dan een gebrek?
- 541 Via
welk orgaanstelsels worden de impulsen naar de hersenen verstuurd?
- 542 Wat is
de functie van zintuigen?
- 543 In
welk deel van de hersenen worden we bewust van wat we zien of horen?
- 544 Wat
zijn producenten?
- 545 Geef
twee manieren van ongeslachtelijke voortplanting bij planten.
- 546 Via
welk type vaten vindt er transport van water en voedingszouten in een plant
plaats?
- 547 Hoe
worden de openingen aan de onderzijde van een blad genoemd?
- 548 In
welke delen van een plantaardige cel vindt fotosynthese plaats?
- 549 Welk
deel van de hersenen gebruiken we om er precieze bewegingen mee uit te voeren?
- 550 Kan er
zich in lymfe zuurstof bevinden? ja / nee
-
-
- Antwoorden 500 – 550
- 501 vissen / amfibieën
-
502 urineleiders
- 503 in het bekken
- 504 in een nierslagader
- 505 koolstofdioxide / waterdamp
- 506 via de ademhaling / via zweten
/ via plassen
- 507 de linkerkamer, deze moet het
bloed over de grootste afstand wegpompen
- 508 in de lymfeklieren
- 509 in het rode beenmerg
- 510 in de lever
- 511 die van een talgkliertje
- 512 de hypofyse/hersenaanhangsel
- 513 niermerg en nierschors
- 514 teelballen/testes
- 515 uit zaadcellen - vocht uit
zaadblaasjes - prostaatvocht
- 516 bacteriën en schimmels
- 517 de poortader
- 518 in de longader
- 519 schakelcellen
- 520 de lever
- 521 autotrofe organismen
- 522 meehelpen bij de bloedstolling
- 523 bloedplasma
- 524 het heeft geen eigen
afvoerbuis
- 525 met glucagon
- 526 in de alvleesklier / eilandjes
van langerhans
- 527 de zaadleiders
- 528 een follikel
- 529 het gele lichaam
- 530 een eisprong
- 531 het condoom
- 532 in de 12-vingerige darm
- 533 via de urinebuis
- 534 fotosynthese
- 535 glucose en zuurstof
- 536 in de mond
- 537 emulgeren
- 538 omzetten in glycogeen
- 539 hemoglobine / ijzerzouten
- 540 aan rode bloedcellen
- 541 via het zenuwstelsel
- 542 prikkels omzetten in impulsen
- 543 in de grote hersenen
- 544 organismen die aan het begin
van een voedselketen staan
- 545 bollen - knollen -
wortelstokken - uitlopers
- 546 via houtvaten
- 547 huidmondjes
- 548 bladgroenkorrels
- 549 de kleine hersenen
- 550 ja
-
-
-
Naar begin pagina
-
-
- Vragen 551 – 600
- 551 In
welk deel van het netvlies worden geen lichtprikkels omgezet in impulsen?
- 552 Wat is
voor een dier de inwendige prikkel om te gaan jagen?
- 553 Hoe
wordt het aanpassen van de ooglens aan voorwerpen genoemd, zodat je scherp
ziet?
- 554 Welk
orgaan zorgt ervoor dat de druk binnenin het oor gelijk blijft aan de druk
buiten?
- 555 Welke
bloedgroep kan dienen als universele donor?
- 556 Welke
antistoffen maakt iemand die zelf bloedgroep B heeft?
- 557 Noem
een hormoon dat direct de hartslag en de ademhaling versnelt.
- 558 Hoe
wordt een gebied dat afgebakend is en dat verdedigd wordt tegen indringers,
genoemd?
- 559 Noem
een hormoon dat de secundaire geslachtskenmerken beïnvloedt.
- 560 Welke
huidlaag beschermt tegen infecties en uitdroging?
- 561 Een
dier loopt direct na het uitkomen uit een ei achter zijn moeder aan. Waardoor
wordt dit gedrag veroorzaakt?
- 562 Welke
hormoonklier stimuleert de verbranding in de cellen?
- 563 Welke
vorm van immunisatie wordt toegepast wanneer iemand antistoffen krijgt
ingespoten?
- 564 In
welk deel van het oog liggen kring- en lengtespieren?
- 565 Hoe
wordt een prikkel genoemd die sneller en sterker gedrag veroorzaakt?
- 566 Tegen
welk soort ziekteverwekkers werken antibiotica?
- 567 Nieuwe
rassen en soorten ontstaan onder invloed van natuurlijke selectie. Juist /
onjuist
- 568 Geef
een andere naam voor reductiedeling.
- 569 In
welk orgaan vinden de eerste delingen na een bevruchting plaats?
- 570 Noem
twee vormen van prenataal onderzoek.
- 571 Welk
deel van de baarmoeder beschermt de ongeboren baby tegen
temperatuurschommelingen en stoten?
- 572 Welk
orgaan sluit de urinebuis af tijdens een erectie?
- 573 Hoe
wordt een plotselinge verandering in het dna genoemd?
- 573 Welk
type zenuwcellen geleidt impulsen naar spieren en klieren vanaf het centraal
zenuwstelsel?
- 574 Hoe
wordt een onbewuste reactie op een bepaalde prikkel genoemd?
- 575 Welk
deel het centraal zenuwstelsel zorgt voor de coördinatie van bewegingen?
- 576
Tijdens welke fase van de geboorte komen de resten van de navelstreng en de
placenta naar buiten?
- 577 Hoe
wordt het gedrag genoemd waarbij de jongen verzorgd worden door de ouders?
- 578 Hoe
heet het transplanteren van dierorganen naar mensen?
- 579 Geef
een andere naam voor lichaamsvreemde stoffen.
- 580 Welke
prikkel geeft altijd eenzelfde reactie?
- 581 Wat
wordt er bij een actieve immunisatie ingespoten?
- 582 Welke
twee hormonen werken in elkaars tegengestelde?
- 583 Welke
zintuigcellen kunnen alleen zwart-wit prikkels omzetten?
- 584 In
welk deel van het oor liggen de gehoorzintuigcellen?
- 585 Welke
hormoonklier regelt de bloedsuikerspiegel?
- 586
Weefselvloeistof stroomt als lymfe in de lymfevaten. Juist / onjuist
- 587 Ureum
wordt in de lever als afvalstof gemaakt. Juist / onjuist
- 588 Welk
soort bestanddelen in het voedsel bevorderen de darmperistaltiek?
- 589 Noem
drie oorzaken van een hartinfarct.
- 590 Hoe
wordt de minimale energiebehoefte in rust genoemd?
- 591
Kleurstofkorrels kunnen van kleur veranderen. Juist / onjuist
- 592 Welk
deel van een plantaardige cel naast het cytoplasma bevat veel vocht?
- 593 Welk
deel van de cel regelt alles wat er in die cel gebeurt?
- 594
Schimmels hebben geen celwand. Juist / onjuist
- 595 Wat is
de naam van de stof die in tandpasta zit en die tandbederf tegengaat?
- 596 Via
welk deel van het centraal zenuwstelsel verlopen reflexen in het hoofd?
- 597 Welke
spieren trekken zich krachtig en plotseling samen wanneer iemand de hik heeft?
- 598 Door
kunstmatige selectie kunnen soorten veranderen. Juist / onjuist
- 599 Welke
bloedgroep kan als universele ontvanger dienen?
- 600 Welk
soort stoffen heeft iemand met bloedgroep O niet: antistoffen of antigenen?
-
-
- Antwoorden 500 – 550
- 551 in de
blinde vlek
- 552
honger / dorst
- 553
accomoderen
- 554
de buis van eustachius
-
555 bloedgroep O
-
556 antistoffen tegen bloedgroep A
-
557 adrenaline
-
558 een territorium
-
559 testosteron / progesteron / oestron
-
560 de opperhuid / de hoornlaag
-
561 imprinting / inprenten
-
562 de schildklier
-
563 passieve immunisatie
-
564 in de iris
-
565 een supranormale prikkel
-
566 tegen bacteriën
-
567 juist
-
568 meiose
-
569 in de eileider
-
570 vruchtwaterpunctie - vlokkentest - echografie
-
571 het vruchtwater
-
572 de prostaat
-
573 een mutatie
-
574 een reflex
-
575 de kleine hersenen
-
576 tijdens de nageboorte
-
577 broedzorg
-
578 xenotransplantatie
-
579 antigenen
-
580 de sleutelprikkel
-
581 dode of verzwakte ziekteverwekkers
-
582 insuline en glucagon
-
583 kegeltjes
-
584 in het slakkenhuis
-
585 de eilandjes van langerhans / de alvleesklier
-
586 juist
-
587 juist
-
588 vezels
-
589 stress - hoge bloeddruk - erfelijke aanleg - roken -
overgewicht - te grote inspanning
-
590 grondstofwisseling
-
591 juist
-
592 de vacuole
-
593 de celkern
-
594 onjuist
-
595 fluor
-
596 via de hersenstam
-
597 de middenrifspieren
-
598 juist
-
599 bloedgroep AB
-
600 antigenen
-
-
-
Naar begin pagina
|