V I D E O   Onderwerp   U I T S C H E I D I N G 
 
Bio Bits Mens en Lichaam 5 Uitscheiding
Niveau: 2 tl/h/v - 3/4 vmbo

Beantwoord de vragen (in chronologische volgorde) tijdens de clip.
Laat de vraag open, als het te snel gaat.
Deze kun je na de clip dan nog even beantwoorden.
 
1             Welke organen zuiveren het bloed?
2             Noem drie stoffen die door de nieren uit het bloed gehaald worden.
3             Met welke stof worden deze uit het lichaam uitgescheiden?
4             Juist of onjuist: De nieren zorgen ervoor dat bloedcellen in het bloed blijven.
5             Juist of onjuist: De nieren regelen de hoeveelheid vochtuitscheiding.
6             Bij slecht functionerende nieren kun je minder gaan plassen. Wordt er dan meer of minder vocht uit het bloed gehaald?
7             Juist of onjuist: Je kunt gemakkelijk met één nier leven.
8             Geef de naam van het bloedvat dat het bloed de nieren inbrengt.
9             Een nier bestaat uit drie delen: de nierschors, het niermerg en ………. (schrijf je antwoord op je antwoordvel).
10           In welk deel of welke delen van een nier liggen de filtertjes?
11           Welke reden kun je noemen voor het feit dat (rode) bloedcellen in het bloed blijven?
12           In welk deel van de nieren worden de afvalstoffen in urine verzameld?
13           Geef de naam van de organen die de urine naar de blaas transporteren.
14           Via welke buis verlaat de urine het lichaam?
15           Een kunstnier neemt de functie van de nieren over. Met welk apparaat is deze kunstnier verbonden?
16           Hoe vaak moet een dialyse uitgevoerd worden?
17           Waarvoor gebruikt Jochem ‘heparine’?
18           Waarom is niet iedereen geschikt om een donornier te ontvangen?
19           Wat is de werking van de medicijnen die iemand moet slikken voordat hij een transplantatie ondergaat?
20           Een volwassen mens van 70 kg heeft ongeveer 5,5 liter bloed. Dit gaat 200 x per dag door de nieren om gezuiverd te
worden. Hoeveel liter krijgt één nier per dag te verwerken? Laat in je antwoord een berekening zien.