De basis van alles  (herhaling begrippen)

 

 

 

 

ook tomaten bestaan uit cellen met chromosomen

Opdracht  Welk woord heb je nodig om de zin compleet te maken?
1  Organismen waaraan je kunt zien dat ze leven, vertonen ______ .
2  De borstholte wordt door het ______ gescheiden van de buikholte.
3  In alle ______ kom je op de chromosomen dezelfde erfelijke informatie tegen.
4  Bij een celdeling vinden de volgende gebeurtenissen plaats: kerndeling - ______ - plasmagroei.
5  Een ______ is een tweetal glaasjes met daartussen een onderwerp.
6  Een ______ is een deel van een organisme met een of meer taken.
7  Bij een biologisch onderzoek schrijft iemand bij de ______ op wat hij verwacht dat er uit komt.
8  In de ______ vindt bij plantaardige cellen fotosynthese plaats.
9  Een groep samenwerkende ______ wordt een orgaanstelsel genoemd.
10  Maag, lever en darmen maken deel uit van het ______ .
11  Hersenen en ruggenmerg zijn organen van het ______ .
12  Voordat de chromosomen zich bij een mitose gaan verdubbelen, gaan ze eerst ______ .
13  Dierlijke cellen zijn niet in het bezit van bladgroenkorrels, vacuolen en ______ .
14  Bij rijpende tomaten gaan bepaalde plastiden over in _______ .
15  Een groep cellen met dezelfde vorm en ______ vormen samen een weefsel.
16  Tussen de cellen ligt tussencelstof. Deze tussencelstof bestaat uit ______ materiaal.
17  Tussen de celwanden van cellen ligt de intercellulaire ruimte. Deze is gevuld met ______ .
18  Cellen scheiden hun stoffen uit via een soort van blaas die ______ genoemd wordt.
19  Chromosomen bestaan voor een deel uit ______ waarop de erfelijke eigenschappen liggen.
20  Na een gewone celdeling bevatten de dochtercellen ______ chromosomen als de moedercel.
Je score is